Uitspraak
HET GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Locatie Leeuwarden
Beschikking in de zaak van
de man,
[geïntimeerde],
de vrouw,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 juli 2013, gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Leeuwarden. De man verzocht om wijziging van de alimentatie voor zijn minderjarige dochter, geboren in 1995, en om nihilstelling van de partneralimentatie. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 64,- per maand diende te betalen voor de verzorging en opvoeding van zijn dochter, en dat de partneralimentatie op nihil was gesteld. De man stelde dat zijn financiële situatie was veranderd en dat hij niet meer in staat was om de alimentatie te betalen.
Het hof heeft vastgesteld dat de man niet voldoende bewijs heeft geleverd van zijn gewijzigde financiële omstandigheden. De man had geen recente gegevens over zijn inkomen overgelegd en zijn stellingen over zijn financiële situatie waren onvoldoende onderbouwd. Het hof oordeelde dat de man, ondanks zijn claims van financiële problemen, niet had aangetoond dat hij niet in staat was om de alimentatie te betalen. Bovendien werd opgemerkt dat de dochter inmiddels jong-meerderjarig was geworden, wat betekende dat zij zelfstandig aanspraak kon maken op alimentatie.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij werd bepaald dat de man met ingang van 5 juni 2013 de alimentatie aan zijn dochter moest betalen. De beslissing benadrukt het belang van het betrekken van jong-meerderjarigen in alimentatieprocedures en de noodzaak voor ouders om hun financiële situatie adequaat te onderbouwen in rechtszaken.