Uitspraak
HET GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
Beschikking in de zaak van
de man,
[geïntimeerde],
de vrouw,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 augustus 2013, gaat het om een geschil tussen een man en een vrouw over het gezamenlijk gezag en de zorgregeling voor hun minderjarige kind, geboren in 2004. De man, die in hoger beroep is gegaan, verzocht om wijziging van het gezag en het hoofdverblijf van het kind, dat momenteel bij de vrouw verblijft. De rechtbank Groningen had eerder zijn verzoeken afgewezen en een omgangsregeling vastgesteld waarbij het kind om de veertien dagen een weekend bij de man verblijft.
De man stelde dat de communicatieproblemen tussen hem en de vrouw de reden waren voor zijn verzoek om gezamenlijk gezag. De vrouw daarentegen betwistte de ontvankelijkheid van het incidenteel appel van de man en verzocht om de omgangsregeling te laten vervallen. Het hof heeft de situatie van de ouders en het kind zorgvuldig beoordeeld, waarbij het belang van het kind voorop stond. De raad voor de kinderbescherming had geadviseerd om de omgangsregeling te beperken, gezien de problematiek rondom de communicatie tussen de ouders en de impact daarvan op het kind.
Het hof concludeerde dat de communicatieproblemen tussen de ouders zodanig ernstig zijn dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders. Het hof oordeelde dat de man en de vrouw beide verantwoordelijk zijn voor de verstoorde communicatie en dat er geen perspectief is op verbetering op korte termijn. Daarom werd het verzoek van de man tot wijziging van het gezag afgewezen en werd de bestaande omgangsregeling bekrachtigd. Het hof benadrukte dat beide ouders aandacht aan het kind moeten besteden en hun negatieve houding jegens elkaar moeten beëindigen.