Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Noord/kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin de correctie van rente en kosten in verband met de eigen woning door de Inspecteur ter discussie staat. Belanghebbende had voor het jaar 2008 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen, waarbij de Inspecteur een bedrag aan heffingsrente had opgelegd. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging. Tijdens de zitting heeft belanghebbende zijn grief met betrekking tot de giftenaftrek laten varen en geconcentreerd op de vraag of de Inspecteur de rente en kosten correct had gecorrigeerd.
De feiten tonen aan dat belanghebbende in de jaren voorafgaand aan de aanslag verschillende leningen had afgesloten voor de verbetering van zijn eigen woning. De Inspecteur had de eigenwoningschuld vastgesteld op € 185.378, terwijl belanghebbende een bedrag van € 218.000 had opgevoerd. Het Hof oordeelt dat belanghebbende niet in zijn bewijspositie is geslaagd, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat het volledige bedrag van de eigenwoningschuld is gebruikt voor de verwerving, verbetering of onderhoud van de eigen woning. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2008 tot het juiste bedrag heeft vastgesteld. De beslissing van het Hof is openbaar uitgesproken op 3 september 2013.