Uitspraak
[appellant],
Almere,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
€ 753,=, althans op grond van Rapport Voorwerk II op een bedrag af € 535,50, althans een nader in goede justitie te bepalen bedrag, met veroordeling van [appellant] in de kosten van geding in beide instanties".
Staatsblad2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaken uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden.
3.De vaststaande feiten
I een perceel grond ter grootte van 312 m², gelegen in het gebied [X te Y] (..) II een door de verhuurder geplaatst hekwerk aan vier zijden van het onder I genoemde perceel, hierna te noemen het gehuurde (..).”
Bijgevoegd sturen wij u (..) een huurovereenkomst met daarbij behorende tekening en het Huurreglement van de gemeente Almere toe betreffende de huur van een perceel grond (..). De met u op 22 augustus 1989 getroffen gebruikersregeling in verband met de destijds ontstane huurschuld komt hiermee te vervallen. (..).”
de verhuurder verklaart aan huurder die verklaart in huur te aanvaarden: een perceel grond ter grootte van 312 m², gelegen in gebied [X te Y], kadastraal bekend (..) plaatselijk bekend als [de weg] te Almere, (..).”
De huurovereenkomst wordt aangegaan voor tien maanden ingaande 1 maart 1993 en derhalve eindigend op 31 december 1993. De huurovereenkomst zal (..) telkenjare stilzwijgend worden verlengd met een termijn van één jaar onder dezelfde voorwaarden als in de overeenkomst vermeld.”
Indien blijkt dat de afschrijving van (..) huurprijs niet plaatsvindt, verbeurt de huurder ten behoeve van de verhuurder, zonder nadere ingebrekestelling of rechtelijke tussenkomst, over het alsdan verschuldigde bedrag een terstond opeisbare boete ter hoogte van 2% per maand over het achterstallig gebleven bedrag, onverminderd het recht van de gemeente om tot ontbinding van deze overeenkomst over te gaan en vergoeding van de kosten, schaden en interesten te vorderen.”
“De door de verhuurder in acht te nemen opzeggingstermijn, in zoverre er geen huurperiode is overeengekomen, bedraagt drie maanden. (..).”
“De huurder mag voor de lege en ontruimde oplevering van het gehuurde afbreken en tot zich nemen al hetgeen hij daaraan op zijn kosten heeft gemaakt of veranderd (..).”
Als de huurder geen gebruik maakt van de bevoegdheid overeenkomstig het vorige lid van dit artikel, kan hij na oplevering van het gehuurde geen vergoeding vorderen voor hetgeen hij op zijn kosten aan het gehuurde heeft aangebracht en vervalt de eventuele meerwaarde aan de verhuurder.”
Het College draagt op een start te maken met het beheer en de herinrichting van het openbaar gebied aan de entreekant van het gebied ([de weg] 2, 54, 52,50). Het College draagt op tot opruiming, sanering en verkoop onder voorwaarden van 5 gemeentelijke locaties ([de weg] 10, 12, 22-26, 30 en 43) en tot het bewerkstelligen van het opruimen en saneren van de particuliere kavel aan de [de weg] 2. Het College draagt op onderzoek te doen en maatregelen te treffen die nodig zijn om de nu nog onbekende problemen, risico’s en kosten in kaart te brengen, de beheersorganisatie op orde te brengen en een plan voor de verdere aanpak te maken (..).”
(..) Op en rondom het bedrijventerrein aan de [de weg] vindt sinds 2008 een herontwikkeling van het gehele gebied plaats. Hierbij worden verschillende werkzaamheden uitgevoerd, zoals het uitvoeren van een bodemonderzoek alsmede het saneren en opruimen van de (verontreinigde) percelen. Daarnaast wordt tevens het volledige rioleringsysteem vervangen. Ook het perceel dat u huurt, zal in die werkzaamheden worden meegnomen en vervolgens herontwikkeld worden. Gelet op voornoemde heeft de Gemeente het gehuurde dan ook dringend nodig voor eigen gebruik, terwijl haar belangen bij beëindigen van de huur en ontruiming zwaarder wegen dan uw belangen bij voortzetting van de huur en het gebruik daarvan. In verband met de ontwikkeling zoals hiervoor beschreven, zegt de Gemeente hierbij de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het perceel aan de [de weg] 41 op per 1 januari 2011, althans per de eerst mogelijke datum en verzoekt de Gemeente en voor zover nodig sommeert de Gemeente u om het door u gehuurde perceel uiterlijk op de dag waarop de huur eindigt geheel ontruimd en in goede staat en vrij van opstallen aan de Gemeente op te leveren. Tenslotte wijs ik u op het feit dat de maandelijkse huur reeds geruime tijd onbetaald is gelaten. Er bestaat een huurachterstand van in totaal € 3.521,97. Ik verzoek u en voor zover nodig sommeer ik u hierbij om dit bedrag binnen drie weken na dagtekening te betalen (..). Bij gebreke van tijdige betaling behoudt de Gemeente zich uitdrukkelijk het recht voor om over te gaan tot ontbinding van de huurovereenkomst.(..).”
4.Met betrekking tot de grieven
1 januari 2011 is geëindigd en heeft [appellant] veroordeeld bedoeld perceel binnen twee weken na betekening van zijn vonnis te ontruimen. Daarnaast is [appellant] veroordeeld tot betaling van achterstallige huurpenningen en tot betaling tot een vergoeding gelijk aan de huurtermijnen, tot aan de dag der ontruiming. Almere is veroordeeld tot betaling van een bedrag groot € 3.500,-- aan [appellant] ten titel van schadevergoeding. De kosten zijn gecompenseerd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
grief 1wordt betoogd dat de kantonrechter ten onrechte niet als vaststaand feit heeft aangenomen dat de loods al was geplaatst voor het eerste huurcontract was gesloten
grief 4wil [appellant] ingang doen vinden dat er – als er geen sprake is van verhuur van bedrijfsruimte ex artikel 7: 290 BW en volgende – er sprake is van een door verjaring verkregen recht van opstal.
grief 6betoogt [appellant], anders dan de kantonrechter, dat Almere wel gehouden was [appellant] een evenwaardig alternatief perceel aan te bieden, en dat Almere heeft gehandeld in strijd met het vertrouwensbeginsel en bij de opzegging geen redelijke opzeggingstermijn in acht heeft genomen.
grief 10komt [appellant] op tegen de gegeven verklaring voor recht en de bevolen ontruiming.
5.De beoordeling
6.Slotsom
(1 punt, tarief II). De kosten in het incidenteel appel zullen worden gecompenseerd als hieronder aan te geven, nu partijen daarin over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld.
mr. J.H. Kuiper en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 20 augustus 2013.