Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie na enquête van [appellante] (met productie),
- de memorie na enquête van [geïntimeerde] (met producties),
- de antwoordmemorie na enquête van [appellante].
2.De verdere beoordeling
betwist de vordering van [geïntimeerde] en stelt dat [geïntimeerde] van de betreffende rekening zelf een bedrag van € 12.535,97 heeft opgenomen, zonder dit bedrag met haar te verrekenen.
Nu [geïntimeerde] de rekening na de peildatum heeft voortgezet stond het hem, los van de verrekening van het op de peildatum aanwezige saldo, vrij om bedragen van deze rekening op te nemen zonder daarmee gehouden te zijn deze bedragen met [appellante] te verrekenen.
In zoverre kan het door [geïntimeerde] opgenomen bedrag niet tot nadere verrekening tussen partijen leiden. [geïntimeerde] heeft daarbij, onder verwijzing naar de betreffende bankafschriften, gesteld dat [appellante] na de peildatum nog bedragen tot € 7.445,73 van de rekening heeft opgenomen. [appellante] heeft niet gemotiveerd betwist dat zij deze bedragen inderdaad na de peildatum van de door [geïntimeerde] voortgezette rekening heeft opgenomen. Zodoende is het hof van oordeel dat [appellante] voornoemd bedrag, onder verrekening met het haar toekomende bedrag van € 1.845,81, aan [geïntimeerde] dient te vergoeden.
Voor zover [appellante] heeft gesteld dat de vordering van [geïntimeerde] in dit stadium van de procedure niet meer kon worden ingesteld, onderschrijft het hof deze stelling niet. Het hof heeft in het tussenarrest immers overwogen dat voor partijen onduidelijk is gebleven wie van hen na hun feitelijk uiteengaan opnames van de betaalrekening heeft gedaan en welke bedragen dit betrof, waarna [geïntimeerde] in de gelegenheid is gesteld zich dienaangaande uit te laten. [appellante] heeft hier vervolgens op kunnen reageren zodat zij in zoverre niet in haar (processuele) belangen is geschaad.
"In mei 2007 was ik in Angola aan het werk om een olieplant in opdracht van [A/B] aan te leggen in [plaats 1]. Op zo'n project gelden hoge veiligheidseisen, die ondermeer meebrengen dat het niet de bedoeling is dat wij zelf in auto's rijden. Ik was ingehuurd via het bedrijf [C], en wij moesten ons zelf op het werk redden. In Angola gaf de invoer van onder meer de benodigde onderdelen wel problemen en op een gegeven moment liepen wij vast met onderdelen. Ik kwam er toen achter dat die onderdelen in de hoofdstad Luanda te verkrijgen waren en heb besloten om die maar zelf te gaan ophalen. Ik ben in een auto van het werk, een nieuwe witte Mitsubishi Pick-up in mijn eentje naar Luanda gereden. Dichtbij Luanda heb ik een ongelukje gehad. Ik heb een persoon aangereden die ik niet gezien had en die ik met de zijkant van de auto heb geraakt. De auto had geen schade en het leek mij dat de betreffende vrouw ook weinig mankeerde, want ze stond meteen weer op. Doordat er veel mensen bij kwamen, kon ik niet doorrijden. De politie kwam erbij en ik moest in hun busje mee naar het bureau. Onderweg heb ik vanuit het busje gebeld met mijn collega [getuige] en hem op de hoogte gesteld van wat er gebeurd was. Ik heb hem gevraagd om het eerst stil te houden omdat ik problemen met het project vreesde als dit bekend werd.Op het politiebureau eiste de politie een betaling van € 30.000,- om mij vrij te laten. Ik heb [getuige], die ik dagelijks belde, dat bedrag te leen gevraagd omdat ik anderen niet op de hoogte wilde stellen van het ongeluk en dit gevolg. [getuige] was bereid mij te helpen. Hij heeft geregeld dat zijn broer geld van hem bracht naar onze collega [collega], die juist rond die tijd van verlof in Nederland zou komen naar [plaats 1]. Deze [collega] is inmiddels overleden. Toen ik ongeveer zes dagen had vastgezeten op het politiebureau is [getuige] gekomen met € 30.000,- in contanten bij zich. Op het politiebureau is nog onderhandeld over het bedrag en dat is uiteindelijk afgemaakt op € 27.000,-. Het bedrag is in contanten uitgeteld in mijn bijzijn. Het waren biljetten van tussen de € 100,- en € 500,-, naar ik mij meen te herinneren. Ik heb geen ontvangstbevestiging gekregen. Men eiste het bedrag overigens eerst in Amerikaanse dollars, maar het mocht ook betaald worden in de omgerekende waarde in euro'[getuige]had mijn afwezigheid op het werk uitgelegd door mij ziek te melden. Omdat we daar over meerdere auto's beschikten werd de Mitsubishi niet gemist. [getuige] was gekomen per auto en had een donkere lasser bij zich die bij ons werkte en in Luanda woonde; hij kon de weg wijzen.Ik heb gekozen voor deze oplossing voor het geld omdat ik niet wilde dat thuis bekend werd dat ik problemen had en dat gold ook voor de leiding van het project. Als ik het bij de leiding van het project had gemeld, was de kans groot geweest dat het project was stilgelegd omdat het ongeval moest worden uitgezocht, en in dat geval had ik als veroorzaker van het probleem een groot probleem gehad, met mogelijk ontslag tot gevolg.
"De hier aanwezige heer [geïntimeerde] ken ik van ons werk. Wij zijn collega's en zijn beiden monteurs voor machines in de bagger. Wij werkten in mei 2007 voor [C] op een project in [plaats 1], Angola. [geïntimeerde] is, omdat wij een bepaald onderdeel nodig hadden dat door de douane niet vrijgegeven werd, op een gegeven moment in een witte nieuwe Mitsubishi Pick-up naar Luanda gereden om bij de dealer dat onderdeel op te halen. Onderweg heeft hij een aanrijding gehad en is daar aangehouden. Dat heb ik, naar ik meen op dezelfde dag dat het gebeurde, telefonisch van [geïntimeerde] gehoord. Hij heeft mij nadien meermalen telefonisch benaderd en heeft aangegeven € 30.000,- nodig te hebben om vrij te komen. Later is dat bedrag uitgekomen op € 27.000,-. Hij heeft mij dat bedrag te leen gevraagd. Ik wilde dat wel doen maar had het niet bij de hand. Ik heb mijn broertje in Nederland gebeld en hem gevraagd om dat geld, dat contant bij mij thuis in [plaats 2] lag, te brengen naar degene die als eerste voor het werk naar Angola zou komen. Ik heb hem het telefoonnummer van die collega gegeven, dat was [collega] die inmiddels overleden is. Enkele dagen later is [collega] met het geld, € 27.000,- op het werk aangekomen. Ik ben toen meteen naar Luanda gereden, samen met een lasser van de werkplaats, een local die in Luanda woonde en de weg wist. Ik ben 's avonds op het politiebureau aangekomen, heb het geld - volgens mij vooral honderdjes - aan de politie uitbetaald buiten aanwezigheid van [geïntimeerde]. Vervolgens is hij vrijgelaten. Hij is in de Mitsubishi terug gereden naar [plaats 1] en ik met de lasser in de andere auto. Ik heb gezien dat de Mitsubishi niet beschadigd was.De afwezigheid van [geïntimeerde] op het werk had ik verklaard door hem ziek te melden. Het geld dat ik contant thuis had liggen was bedoeld om in Turkije een aankoop te doen. Aanvankelijk had ik niet met [geïntimeerde] afgesproken dat hij het geld snel terug zou betalen, maar later, toen ik hoorde dat hij ging scheiden, was ik bang het geld niet terug te krijgen en heb ik hem gevraagd het terug te betalen. Aanvankelijk was over de terugbetaling niets op papier gezet, maar later is dat wel gebeurd; het stuk dat u mij daarvan toont, herken ik, dat heb ik zelf ook thuis liggen. Dit stuk hebben wij samen in de werkplaats in [plaats 1] opgesteld.[geïntimeerde] heeft mij, toen ik dat in mijn herinnering na enkele maanden vroeg, de € 27.000,- in contanten bij mij thuis in Utrecht terugbetaald. Daar is ook een stuk van opgemaakt; dat is het stuk dat u mij toont. Dit stuk had [geïntimeerde] al bij zich toen hij bij mij kwam.Het was logisch dat [geïntimeerde] mij benaderde om hem te helpen, omdat ik de enige beschikbare collega van [C] was. Als hij een ander ter plaatse om hulp had gevraagd zou het incident bij de leiding bekend zijn geraakt en dat had waarschijnlijk ertoe geleid dat hij zijn baan was kwijtgeraakt en/of van het project was gezet; je mocht daar namelijk niet zelf met een auto buiten het kamp komen. Als het geld niet aan de politie was betaald had [geïntimeerde] waarschijnlijk een paar maanden vast gezeten en ook dat zou flinke problemen hebben gegeven. De betaling van het geld aan de politie moest contant omdat ik het ook alleen contant beschikbaar had. Bovendien zou mijn europas daar niet gewerkt hebben."
Naar het oordeel van het hof is de verklaring van [getuige] zodanig sterk en betreft dit zodanig essentiële punten dat zij de verklaring van de partijgetuige [geïntimeerde] voldoende geloofwaardig maakt (vgl. HR 31 maart 1995,
NJ1997, 592). Dat, zoals [appellante] heeft gesteld, de verklaringen van [geïntimeerde] en [getuige] op enkele punten niet (geheel) met elkaar in overeenstemming zijn, doet naar het oordeel van het hof aan het voorgaande niet af. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de punten waarop de verklaringen (deels) van elkaar afwijken geen essentiële punten betreffen en dat bovendien rekening dient te worden gehouden met het tijdsverloop van ruim 4,5 jaar tussen het gebeurde en het afleggen van de verklaringen.