3.1De feiten
3.1.1De rechtbank heeft onder 2 (2.1. tot en met 2.16) in haar vonnis van 7 december 2011 een aantal feiten vastgesteld. Daartegen zijn geen grieven gericht en is ook niet anderszins van bezwaren gebleken. Om die reden staan die feiten ook in hoger beroep vast. Samen met hetgeen verder is komen vast te staan gaat het daarmee om het volgende.
3.1.2[appellante] is houdster van aandelen in [TIG] te Emmen (hierna: TIG).
3.1.3[geïntimeerde] Noord B.V. is gefuseerd met [geïntimeerde] Installatie B.V. en heet nu [geïntimeerde] Hierna worden deze vennootschappen alle aangeduid als “[geïntimeerde]”.
3.1.4[geïntimeerde] is "onderdeel" van Nuon Retail B.V. Nuon is de moedermaatschappij van Nuon Retail B.V.
3.1.5In januari 2006 is de heer [medewerker van appellante 1] telefonisch benaderd door de heer [bedrijfsmakelaar], bedrijfsmakelaar te Emmen (hierna: [bedrijfsmakelaar]), terzake van een eventuele overname van het aandelenpakket van [appellante] in TIG. Hierop heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [bedrijfsmakelaar] en de heren [medewerker van appellante 1] en [medewerker van appellante 2].
3.1.6Op 6 februari 2006 heeft een gesprek in het kantoor van [bedrijfsmakelaar] plaatsgehad, waarbij namens [appellante] de genoemde heren [namens appellante] aanwezig waren en namens [geïntimeerde] de heren[namens geïntimeerde 1] en [namens geïntimeerde 2] (hierna: [namens geïntimeerde 1] en [namens geïntimeerde 2]). Tijdens dit gesprek is namens [geïntimeerde] kenbaar gemaakt dat er belangstelling bestond voor een eventuele overname van de aandelen in TIG.
3.1.7Op 8 februari 2006 hebben [namens geïntimeerde 1] en [namens geïntimeerde 2] een bezoek gebracht aan TIG, waarbij partijen over en weer informatie hebben uitgewisseld.
3.1.8Op 15 maart 2006 heeft [namens geïntimeerde 1] een brief naar [appellante] gestuurd betreffende een voorstel tot overname van de aandelen in TIG. Met betrekking tot de overnameprijs vermeldt deze brief dat [geïntimeerde] bereid is om 7 keer de genormaliseerde netto winst te betalen.
De brief bevat voorts een kopje “
Voorbehouden”, waarna -onder andere- de volgende tekst is opgenomen:
“Het bovenstaande is onder voorbehoud van de uitkomsten van een op praktische wijze te houden Due Diligence onderzoek en een op te stellen overnamecontract dat voldoet aan de binnen Nederland geldende normen voor een dergelijke overname. Verkoper zal hierbij de gebruikelijke garanties, vrijwaringen en zekerheden geven m.b.t. de risico’s vanuit het verleden en vanuit de actuele bedrijfsvoering. Als totale zekerheid moet gedacht worden aan 15 % van de koopsom welke in 3 jaar tijd afbouwt (van 15 % naar 10 % naar 5 %).
Het bovengenoemde is onder voorbehoud van het verder op succesvolle wijze uitwerken van de genoemde intenties en de nader te regelen zaken.
Een ander belangrijk voorbehoud is dat voorafgaande goedkeuring nodig is van de Raad van Bestuur van NUON. (…)”
3.1.15Op 27 april 2006 respectievelijk 1 mei 2006 hebben [geïntimeerde] en [appellante] een intentieverklaring ondertekend in verband met de voorgenomen overgang van de aandelen in TIG. Ten aanzien van de te realiseren overname van de aandelen bevat de verklaring onder meer de volgende bepalingen:
“8. Ter zake van de overname van de aandelen is [geïntimeerde] gerechtigd een due dilligence onderzoek uit te (laten) voeren. Correcties op basis van het due dilligence onderzoek kunnen slechts plaatsvinden in ofwel het in aanmerking te nemen resultaat, ofwel het in aanmerking te nemen vermogen. Indien de vastgestelde waarde op basis van het due dilligence onderzoek meer dan 15% lager is dan op basis van punt 2 te berekenen overnameprijs uitgaande van de vastgestelde jaarrekeningen, of beneden het absolute minimum van € 2.000.000 daalt, is [namens appellante] zonder verdere consequenties gerechtigd om niet tot verkoop van de aandelen over te gaan.9. Partijen streven ernaar de overname van de aandelen uiterlijk te laten plaatsvinden op1 juli 2006.”
3.1.18Op 31 mei 2006 heeft de heer [namens Ernst & Young] RA (hierna: [namens Ernst & Young]) namens Ernst en Young een brief naar [geïntimeerde] gestuurd betreffende de overname van de aandelen in TIG. De brief bevat een berekening van de verkoopprijs van het aandelenpakket. Als overnamebedrag wordt een bedrag van circa € 2.176.443,- genoemd.
3.1.19Op 2 juni 2006 hebben [medewerker van appellante 2] en [namens geïntimeerde 1] een bespreking gehad. Daarbij heeft [namens geïntimeerde 1] kenbaar gemaakt dat het niet waarschijnlijk is dat de overname op
23 juni 2006 volledig rond zou zijn.
3.1.20Op 13 juni 2006 heeft een bespreking tussen partijen en hun adviseurs plaatsgehad, waarbij partijen overeenstemming hebben bereikt over onder meer de koopprijs.
3.1.21Bij brief van 15 juni 2006 heeft [namens geïntimeerde 1] de gemaakte afspraken bevestigd. De brief is gericht aan [namens Ernst & Young]. Als overnameprijs wordt de afgeronde prijs van € 2.000.000,- genoemd en als streefdatum voor de overname 1 augustus 2006.
De slotpassage van de brief luidt als volgt:
“Het bovenstaande is onder voorbehoud van de uitkomsten van een op praktische wijze te houden Due Diligance onderzoek en een op te stellen overnamecontract dat voldoet aan binnen Nederland geldende normen voor een dergelijke overname. Verkoper zal hierbij de gebruikelijke garanties, vrijwaringen en zekerheden geven m.b.t. de risico’s vanuit het verleden en vanuit de actuele bedrijfsvoering. Als totale zekerheid moet gedacht worden aan 15 % van de koopsom welke in 3 jaar tijd afbouwt (van 15 % naar 10 % naar 5 %)Door de verkoper zullen de in Nederland voor een dergelijke transactie gebruikelijke garanties, vrijwaringen en zekerheden gegeven worden.
Een ander belangrijk voorbehoud is dat voorafgaande goedkeuring nodig is van de Raad van Bestuur van NUON.
Bekendmaking van de voorgenomen overname vindt pas in een later stadium plaats na exacte onderlinge afstemming van persberichten, data, tijdstippen e.d.”
3.1.28[namens Ernst & Young] heeft bij mail van 21 juni 2006 het volgende aan [namens geïntimeerde 1] geantwoord:
“Geachte heer [namens geïntimeerde 1],
Wij hebben uw brief in goede orde ontvangen en kunnen ons met de inhoud verenigen.
vrgr [namens Ernst & Young]”
3.1.33Op 7 juli 2006 heeft [geïntimeerde] aan [appellante] meegedeeld dat de formalisering van de tussen partijen gesloten overeenkomst niet op de geplande datum van 11 juli 2006 zal plaatsvinden. Als reden wordt opgegeven dat Nuon met Essent in onderhandeling is over een fusie. Vervolgens heeft [geïntimeerde] op 12 juli 2006 aan [appellante] laten weten dat de overname van de aandelen geen doorgang kan vinden.
3.1.34Nadat er een periode geen contact is geweest tussen partijen, heeft op 9 juli 2007 op initiatief van [appellante] een gesprek plaatsgehad tussen de heer [vertegenwoordiger van appellante] (van de M2-groep) die [appellante] vertegenwoordigde en de heer [namens geïntimeerde 1].
3.1.35Bij brief van 28 augustus 2007 heeft [appellante] [geïntimeerde] gesommeerd om op uiterlijk 15 september 2007 de aandelen in TIG af te nemen tegen de koopsom van € 2.200,000,- exclusief stille reserves met betrekking tot de voorraden. [geïntimeerde] heeft hieraan geen gehoor gegeven.
3.1.36Op verzoek van [appellante] heeft voorafgaand aan deze procedure in 2008 een voorlopig getuigenverhoor plaatsgehad, waarbij als getuigen zijn gehoord: de heren [namens appellante], [bedrijfsmakelaar], [namens geïntimeerde 1], [namens geïntimeerde 2] en [namens Ernst & Young].