Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde]
- een akte overlegging producties, tevens wijziging/vermeerdering van eis van [appellant]
- een akte met producties van [geïntimeerde]
- een antwoordakte houdende uitlating producties van de kant van [appellant].
2.De feiten
3.De vordering en beoordeling daarvan in eerste aanleg
4.De omvang van het appel en de wijziging van eis
LJN:BZ4163). Een zodanige uitzondering, te vinden in HR 19 juni 2009,
LJN:BI8771, is hier niet aan de orde.
5.De beoordeling van de grieven
grief 3tegen het daarop gebaseerde dictum. Het hof zal deze grieven, die mede gelet op de daarop verschafte toelichting het geschil in conventie in volle omvang voorleggen, gezamenlijk bespreken.
- a) De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden, hetgeen niet was gevorderd.
- b) De kantonrechter heeft die beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, hetgeen niet is toegestaan bij de door [geïntimeerde] gevraagde beslissing, te weten het vaststellen van het tijdstip van ontruiming, gebaseerd op opzegging van de huurovereenkomst.
- c) De kantonrechter heeft ten onrechte overwogen dat [geïntimeerde] bij repliek het verweer van [appellant] gemotiveerd heeft bestreden.
LJN:BZ4163), gaat het beroep op dit artikel niet op. Het in dit wetsartikel bedoelde aanbod gaat uit van renovatie bij voortzetting van de bestaande huurovereenkomst. Daarvan was in dit geval nu juist geen sprake: [geïntimeerde] wenste beëindiging van de bestaande huur en had daartoe ook een opzeggingsverklaring uitgebracht. Mocht hij daarvan zijn afgestapt en nadien hebben beoogd een oplossing te vinden voor het realiseren van zijn renovatieplan zoals bedoeld in art. 7:220 lid 2 BW, dan is daarvan in deze procedure niet gebleken, nu er geen schriftelijk voorstel is zoals in deze bepaling bedoeld.