ECLI:NL:GHARL:2013:5355

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 juli 2013
Publicatiedatum
22 juli 2013
Zaaknummer
D 200.107.765-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over de betaling van achterstallige facturen voor mobiele telefoonaansluiting

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en Telfort B.V. De appellant, die in eerste aanleg gedaagde was, heeft het bestaan van een overeenkomst voor een mobiele telefoonaansluiting onvoldoende gemotiveerd betwist. Telfort B.V. had eerder in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de appellant voor het betalen van achterstallige facturen, die door de kantonrechter zijn toegewezen. De appellant heeft in hoger beroep de beslissing van de kantonrechter bestreden, maar het hof heeft geoordeeld dat de appellant de stellingen van Telfort onvoldoende heeft weerlegd. Het hof heeft vastgesteld dat Telfort bewijs heeft geleverd van de overeenkomst en dat de appellant niet heeft aangetoond dat hij slachtoffer is van fraude, ondanks zijn beweringen hierover. Het hof heeft de grieven van de appellant verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. De appellant is veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.298,-. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.107.765/01
(zaaknummer rechtbank Assen: 316527 CV EXPL 11-3411)
arrest van de eerste kamer van 23 juli 2013
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg gedaagde,
hierna te noemen:
[appellant],
advocaat: mr. M.T. van Daatselaar, kantoorhoudende te Hoogeveen,
tegen
Telfort B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
in eerste aanleg eiseres,
hierna te noemen:
Telfort,
advocaat: mr. J.D. van Vlastuin, kantoorhoudende te Veenendaal.
De inhoud van het tussenarrest van 14 augustus 2012 wordt hier overgenomen.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
In het tussenarrest van 14 augustus 2012 heeft het hof een comparitie na aanbrengen gelast. Op verzoek van Telfort heeft deze comparitie geen doorgang gevonden. Partijen hebben er voor gekozen om verder te procederen in hoger beroep.
1.2
De conclusie van de appeldagvaarding luidt:
"(…) voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad,
I. te vernietigen het vonnis waarvan beroep;
II. alsnog te oordelen dat Telfort niet-ontvankelijk is in haar vordering, althans de vordering af te wijzen, althans deze haar te ontzeggen en om Telfort te veroordelen om al hetgeen [appellant] ter uitvoering van het bestreden vonnis aan Telfort heeft voldaan aan [appellant] terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling;
III. Telfort te veroordelen in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 192,- één en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en -voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;"
1.3
[appellant] heeft een memorie van grieven in het geding gebracht waarin, zo begrijpt het hof, wordt geconcludeerd conform de appeldagvaarding.
1.4
Telfort heeft van antwoord gediend en geconcludeerd:
"(…) om bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het ingestelde hoger beroep af te wijzen en het door de Kantonrechter gewezen vonnis zo nodig te bekrachtigen, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het hoger beroep."
1.5
Ten slotte heeft Telfort de stukken overlegd voor het wijzen van arrest.
1.6
Gelet op artikel CIII van de Wet herziening gerechtelijke kaart (
Stb. 2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden.

2.De feiten

2.1
Tegen de feitenvaststelling door de kantonrechter zijn geen grieven opgeworpen en ook overigens is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat het hof van die vaststelling zal uitgaan. Deze feiten komen, samen met hetgeen overigens over de feiten is komen vast te staan, op het volgende neer.
2.2
Telfort heeft aan [appellant] een drietal facturen gezonden voor het abonnement en de gebruikskosten van het mobiele nummer [telefoonnummer]:
d.d. 9 augustus 2006 € 468,53
d.d. 7 september 2006 € 58,00
d.d. 11 oktober 2006 € 1.048,15
[appellant] heeft deze facturen, met een totaalbedrag van € 1.574,68, onbetaald gelaten.

3.Het geschil en de procedure in eerste aanleg

3.1
Telfort heeft gevorderd dat [appellant] wordt veroordeeld tot betaling van € 2.483,42, vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand over € 1.312,64 vanaf 10 mei 2011 tot aan de dag der voldoening, kosten rechtens. De hoofdsom van € 2.483,42 bestaat uit het totaal van de facturen (€ 1.574,68), vermeerderd met € 300,- incassokosten en € 870,78 verzuimrente tot 10 mei 2011 en verminderd met een door Telfort toegepaste matiging op de abonnementstermijnen van € 262,04. [appellant] heeft verweer gevoerd.
3.2
In het aangevallen vonnis heeft de kantonrechter de vordering van Telfort toegewezen als volgt:
"veroordeelt [appellant] om aan Telfort te betalen € 2.483,42 te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1% per maand over € 1.312,64 vanaf 10 mei 2011 tot aan de dag van volledige betaling;
veroordeelt [appellant] tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van Telfort begroot op € 76,31 aan dagvaardingskosten, € 284,00 aan vast recht en € 300,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad."
4 De beoordeling van de grieven
4.1
[appellant] heeft twee grieven opgeworpen.
Grief Iricht zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat [appellant] een overeenkomst voor mobiele telefoonaansluiting met Telfort is aangegaan. Met
grief IIklaagt [appellant] er over dat hij in de proceskosten is veroordeeld.
4.2
Het hof leest in de grieven en de daarop gegeven toelichting in essentie geen andere relevante stellingen of verweren dan die reeds in eerste aanleg zijn aangevoerd. Het hof onderschrijft hetgeen de kantonrechter ter motivering van haar beslissing heeft overwogen en voegt hier nog het volgende aan toe. Telfort heeft reeds in eerste aanleg een kopie overgelegd van de overeenkomst waarop zij haar vordering baseert. De overeenkomst staat op naam van [appellant]. Door Telfort is gesteld dat [appellant] bij het afsluiten van die overeenkomst ter controle van de juistheid van zijn persoons- en bankgegevens zijn rijbewijs heeft getoond. Uit een door Telfort overgelegd bankafschrift blijkt voorts dat de daarop vermelde bankrekening op naam staat van [appellant], [adres]. [appellant] heeft alleen in algemene termen betwist dat hij de onderhavige overeenkomst heeft gesloten. [appellant] heeft niet gesteld en evenmin aangetoond dat het ten tijde van het aangaan van de overeenkomst getoonde rijbewijs niet van hem is, dat het overgelegde bankafschrift geen betrekking heeft op een aan hem toebehorende bankrekening, dat de adressering van die bankrekening onjuist zou zijn en/of dat de handtekening onder de overeenkomst niet van hem is. [appellant] maakt weliswaar gewag van een politieonderzoek waaruit zou blijken dat hij het slachtoffer is van fraude, maar hij heeft dit op geen enkele wijze onderbouwd, bijvoorbeeld door een kopie van de aangifte te overleggen die hij zegt te hebben gedaan of een afschrift van het politieonderzoek in het geding te brengen, ondanks dat hij daartoe ook in het minnelijke traject ruimschoots in de gelegenheid is geweest. De slotsom is derhalve dat [appellant] de (met stukken onderbouwde) stellingen van Telfort onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. De kantonrechter is dan ook terecht van de juistheid van die stellingen uitgegaan.
4.3
De grieven falen. Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd. [appellant] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: 1 punt, tarief I).
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het bestreden vonnis van de kantonrechter van 3 januari 2012,
veroordeelt [appellant], uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van het geding in hoger beroep en stelt die aan de zijde van Telfort tot aan deze uitspraak vast op € 666,- aan verschotten en op € 632,- aan geliquideerd salaris van de advocaat,
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Aldus gewezen door mr. K.E. Mollema, mr. H. de Hek en mr. A.M. Koene en door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
dinsdag 23 juli 2013.