Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
21 december 2011 en van 9 mei 2012 van de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad (hierna: de kantonrechter).
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 17 juli 2012;
- de memorie van grieven, tevens houdende wijzing eis (met producties);
- de memorie van antwoord, (met producties).
1. [X] zal veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, ter opheffing van hetnadeel wegens misbruik van omstandigheden, tot betaling van € 29.062,80vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding in eersteaanleg tot aan de dag der algehele voldoening, dan wel een te betalen bedrag dat u ingoede justitie vermag te bepalen;
2. [X] zal veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, wegens bedrog deverplichting tot een uitkering in geld zijnde de betaling van € 29.062,80 vermeerderdmet de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding in eerste aanleg totaan de dag der algehele voldoening, dan wel een te betalen bedrag dat u in goedejustitie vermag te bepalen;
3. [X] zal veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, ter opheffing van hetnadeel wegens dwaling, tot betaling van € 29.062,80 vermeerderd met de wettelijkerente daarover vanaf de dag der dagvaarding in eerste aanleg tot aan de dag deralgehele voldoening, dan wel een te betalen bedrag dat u in goede justitie vermag tebepalen;
4. [X] te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot terugbetaling van dereeds door appellante aan geïntimeerde betaalde proceskostenveroordeling ter groottevan € 1.200,-- vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag dat [appellante]deze proceskostenveroordeling aan geïntimeerde had voldaan;
5. In alle voornoemde gevallen [X] te veroordelen in de kosten van de procedure inbeide instanties."