IX. In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van de minderjarige en/of bij eventueel te nemen beslissingen?
1. Het hof zal het NIFP vragen om binnen een termijn van veertien dagen na de beschikking een deskundige voor te stellen en eventuele nadere of andere vragen te formuleren, indien dit in de ogen van het NIFP dan wel de voorgestelde deskundige (meer) aangewezen is voor het onderzoek dat het hof voor ogen staat. Indien voor toewijzen van het onderzoek meer of andere informatie nodig is dan uit deze beschikking blijkt, kan het NIFP het hof schriftelijk om nadere gegevens (uit het dossier) vragen alvorens een deskundige voor te stellen en nadere of andere vragen te formuleren.
1. Het bericht van het NIFP zal door het hof worden doorgezonden aan partijen en aan de pleegmoeder als belanghebbende aangezien haar woonadres bij het hof bekend is en van de vader geen woon- of verblijfplaats hier ten lande bekend is. Partijen en de pleegmoeder kunnen daarop binnen veertien dagen laten weten of de door het hof voorgestelde vragen in hun visie nog aanvulling behoeven, wat hun zienswijze is ten aanzien van de eventuele aanvulling van het NIFP op dat punt en of bezwaar bestaat tegen de benoeming van de deskundige die door het NIFP wordt voorgedragen. Indien het NIFP eerst nadere informatie nodig heeft, kunnen partijen kenbaar maken of en welke bezwaren bestaan tegen de verstrekking van aanvullende gegevens die het NIFP nodig heeft.
Het hof laat aan de deskundige de inrichting van het onderzoek over met dien verstande dat hij/zij de 'leidraad deskundige in civiele zaken' in acht dient te nemen, zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Het hof benoemt mr. Garos tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich door tussenkomst van de griffie dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken, indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft.
1. Het aan de deskundige toekomende bedrag wordt bij de te geven eindbeschikking overeenkomstig de daarvoor en krachtens de wet gestelde regelingen ten laste van 's Rijks kas door de griffier aan de deskundige betaald. Het hof tekent hierbij aan dat het NIFP de kosten van het onderzoek vooraf dient te begroten en het hof daarvan een bevestiging dient te sturen, alvorens het onderzoek te starten.
1. Het hof wijst partijen en belanghebbenden er op dat zij wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door een deskundige. Wanneer de medewerking wordt geweigerd, kan het hof daaruit de gevolgtrekking maken die het hof geraden acht en zal het hof op basis van de huidige stukken een beslissing over het verzoek nemen.
1. Het hof zal in afwachting van het deskundigenonderzoek iedere verdere beslissing aanhouden.
De beslissing
Het gerechtshof:
verzoekt het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, Locatie Noord, in de persoon van mevrouw I.E. Troost, kinder- en jeugdpsychiater en portefeuillehouder jeugd,
Postbus 110, 9700 AC Groningen,
bezoekadres: Hereweg 74
Telefoon: 088 0710 420
Fax: 088 0710 449
om te bemiddelen bij de benoeming van een deskundige voor het verrichten van een onderzoek ter beantwoording van de hiervoor onder 12 vermelde vragen;
verzoekt het NIFP het hof te berichten als bedoeld in rechtsoverweging 13 en, indien een deskundige wordt voorgesteld, een begroting van de kosten te verstrekken als bedoeld in rechtsoverweging 17, en wel uiterlijk op 25 juli 2013;
stelt partijen en de pleegmoeder in de gelegenheid om te reageren op hiervoor bedoelde informatie van het NIFP zoals als bedoeld in rechtsoverweging 14, en wel uiterlijk op 8 augustus 2013;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.M. van der Meer, voorzitter, A.H. Garos en B.J. Voerman, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 11 juli 2013 in bijzijn van de griffier.