Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
18 januari 2013 dat de kantonrechter als voorzieningenrechter (rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht) tussen [geïntimeerde] als eiser en Vodafone als gedaagde heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 15 februari 2013 (met grieven),
- een akte houdende overlegging producties van 26 februari 2013,
- de memorie van antwoord,
- een akte houdende overlegging producties van 7 mei 2013,
- een antwoordakte van 21 mei 2013 (kennelijk abusievelijk gedateerd 23 april 2013).
3.De vaststaande feiten
“(…)U heeft in de afgelopen maanden vanuit de filialen [A] en [B] waar u als shopmanager werkzaam was, meermalen – ten minste enkele tientallen keren – in het kassasysteem verkooptransacties met betrekking tot mobiele telefoons geboekt, terwijl in werkelijkheid van zodanig verkopen geen sprake was. U heeft zich daarmee aan een misdrijf schuldig gemaakt, althans heeft u uw verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst grovelijk veronachtzaamd, hetgeen een dringende reden oplevert voor ontslag op staande voet.(…)”
“4.3 (…) Op basis van de door Vodafone verstrekte informatie is naar het oordeel van de kantonrechter wel in voldoende mate aannemelijk geworden dat er zich frauduleuze transacties hebben voorgedaan in de twee betrokken filialen van Vodafone. Door [geïntimeerde] zijn weliswaar een aantal alternatieve scenario’s geschetst, zoals het omruilen van reeds geleverde toestellen, maar geen van die scenario’s biedt een afdoende verklaring voor de gefingeerde verkooptransacties die, naar uit de ter zitting getoonde beelden ook is gebleken, buiten aanwezigheid van klanten in het systeem worden ingevoerd en zonder dat er fysiek telefoons ter beschikking worden gesteld. Reeds het stelselmatig gebruik maken van eerder reeds (via het aansluitsysteem) uitgegeven 06-nummers maakt, in het kader van een verkooptransactie, het vrijwel uitgesloten dat de hier bedoelde transacties niet bewust frauduleus zijn. Daarbij komt dat Vodafone onweersproken heeft gesteld dat het aantal vermiste telefoontoestellen zo hoog is dat het gelet op de landelijke cijfers daarover uigesloten is dat het om menselijke of administratieve vergissingen gaat.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
5.De slotsom
6.De beslissing
€ 759,71 voor verschotten en op € 632,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest;
M.F.J.N. van Osch en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2013.