Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 15 juni 2012;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep, ingekomen op 5 september 2012;
- het verweerschrift tegen het incidenteel hoger beroep, ingekomen op 3 december 2012;
- een brief van mr. Öntaş van 31 januari 2013 met bijlagen, ingekomen op 1 februari 2013.
Staatsblad 2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem.
- a) de waardering van de gemeenschappelijke voormalige echtelijke woning van partijen, gelegen aan de [adres] te Apeldoorn (grief 1 in het principaal hoger beroep);
- b) de vergoedingsplicht van de man aan de vrouw van € 17.000,- wegens de door de man ontvangen ontbindingsvergoeding (grief 2 in het principaal hoger beroep);
- c) de verdeling bij helfte van het saldo op het SNS-rekeningnummer [rekeningnummer 1] (grief 3 in het principaal hoger beroep) en van de saldi op de gezamenlijke (inmiddels door de man opgeheven) Turkse bankrekeningen met nummers[rekeningnummer 2] en [rekeningnummer 3] (grief A in het incidenteel hoger beroep);
- d) de waardering en de verrekening van de inhoud van de kluis van de vrouw bij de SNS-bank (grief 4 in het principaal hoger beroep);
- e) de waardering en de verdeling van de inboedel (grief 5 in het principaal hoger beroep);
- f) de verrekening van diverse schulden van de man (grief 6 in het principaal hoger beroep);
- g) de waardering en verrekening van de woning en de bakkerij in Turkije (grief B in het incidenteel hoger beroep).
4.De slotsom
- vanwege de ontbindingsvergoeding,
- vanwege de waarde van de scooter, en
- en $ 5.847,50, zijnde de helft van de waarde van de (voormalige) gezamenlijke Turkse bankrekeningen van partijen met nummers [rekeningnummer 2] en [rekeningnummer 3]