Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
in eerste aanleg: eiser,
[appellant],
in eerste aanleg: gedaagde,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste instantie
2.Het geding in hoger beroep
Stb.2012, 313) wordt in deze vóór 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden.
3.De beoordeling
[appellant] verzoeken van [geïntimeerde] om de proceskosten van de eerste aanleg te betalen, naast zich heeft neergelegd. Tenuitvoerlegging van het vonnis is niet mogelijk gebleken, omdat [appellant] geen woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland heeft. [geïntimeerde] heeft er daarom belang bij dat [appellant] zekerheid stelt voor de proceskosten van het hoger beroep.
3.9 Aangezien de incidentele vordering van [geïntimeerde] echter eerst in appel is ingesteld, heeft de verplichting tot zekerheidstelling ex art. 224 lid 1 Rv in dit geval enkel betrekking op de (geliquideerde) proceskosten van de procedure in hoger beroep en de schade die het rechtstreeks gevolg is van het in rechte opkomen van [appellant] in appel. Genoemde bepaling biedt derhalve geen grondslag voor de incidentele vordering van [geïntimeerde] voor zover die ook betrekking heeft op de proceskosten van de eerste aanleg ten bedrage van € 600,-. In zoverre komt de incidentele vordering van [geïntimeerde] reeds niet voor toewijzing in aanmerking.
zich in Nederland bevindt. [appellant], die een varend bestaan leidt in dienst van voornamelijk Nederlandse opdrachtgevers, staat dan wel niet ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie in Nederland, maar hij verblijft vaak in Nederland en hij is bereikbaar op het hierboven weergegeven adres van zijn zuster in [plaats]. Dat is kennelijk de plaats vanwaar hij zijn zaken behartigt en waar vandaan hij vertrekt, maar niet zonder de bedoeling om er terug te keren. [appellant] heeft aldus woonplaats in Nederland, zodat art. 224 lid 1 Rv in dit geval toepassing mist.
4.De beslissing:
dinsdag 23 juli 2013voor memorie van antwoord aan de zijde van [geïntimeerde].