Uitspraak
eiseres in het incident,
hierna:
[het accountantskantoor],
verweerster in het incident,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- een memorie van grieven (met producties);
- een memorie van antwoord.
Staatsblad2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden.
De verdere beoordeling
Vaststaande feiten
verholen grief, faalt deze grief. Geen rechtsregel verplicht de rechter alle door de ene partij gestelde en door de andere partij erkende of niet (voldoende) weersproken feiten als vaststaand in de uitspraak te vermelden. Het staat de rechter vrij uit de tussen partijen vaststaande feiten die selectie te maken welke hem voor de beoordeling van het geschil relevant voorkomt.
- [A] (…) PARTIJ A1
- [B] (…) PARTIJ A2
- [C] (…) PARTIJ A3
€ 11.364,00 opgelegd.
grief 1betoogt [het accountantskantoor] dat de rechtbank ten onrechte causaal verband aanwezig heeft geacht tussen het door [het accountantskantoor] gegeven advies en de bedragen die gemoeid zijn met de opgelegde naheffingsaanslagen voor zover deze bedragen betrekking hebben op de situatie na 27 maart 2007. Volgens [het accountantskantoor] is op die datum een nieuwe situatie ontstaan doordat zij [geïntimeerde] toen in een gesprek heeft gewezen op het feit dat een onbelaste vergoeding aan de chauffeurs niet mogelijk was en dat een onbelaste vergoeding aan de bijrijders slechts mogelijk was wanneer de chauffeurs zelf het vervoer zouden regelen. [geïntimeerde] toen niet heeft ingegrepen, maar de regeling tot in 2008 heeft voortgezet, is het causaal verband tussen de na 27 maart 2007 ontstane schade en het foutieve advies van [het accountantskantoor] doorbroken, aldus [het accountantskantoor].
27 maart 2007) ook aan het handelen of nalaten van [geïntimeerde] kan worden toegerekend, zodat er grond is voor toepassing van artikel 6:101 BW, maar dat betekent nog niet dat deze feiten en omstandigheden er aan in de weg staan de schade (ook) aan de fout van [het accountantskantoor] toe te rekenen.
grief 7. Met deze grief komt [het accountantskantoor] op tegen de verwerping door de rechtbank van het door haar gedane beroep op voordeelsverrekening. [het accountantskantoor] heeft allereerst betoogd dat [geïntimeerde] een fiscaal voordeel heeft behaald doordat de aan de belastingdienst verschuldigde bedragen op grond van de opgelegde naheffingsaanslagen in mindering strekken op de behaalde winst, waardoor vennootschapsbelasting is bespaard. De rechtbank heeft dit betoog verworpen omdat onvoldoende feiten en omstandigheden zijn gesteld waaruit volgt dat [geïntimeerde] daadwerkelijk voordeel heeft genoten of naar werkelijke verwachtingen daadwerkelijk zal genieten.
LJN: AD6627). Gelet op wat hiervoor is overwogen, vormen de kosten die zouden zijn bespaard doordat [geïntimeerde] in 2007 geen royalere reiskostenregeling heeft ingevoerd geen voordeel dat voor voordeelsverrekening in aanmerking kan worden genomen.
4.253. De beslissing:
bepaalt dat partijen, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en bevoegd is tot het aangaan van een schikking, samen met hun advocaten zullen verschijnen voor het hierbij tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof
mr. H. de Hek, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden op een nader door deze te bepalen dag en tijdstip, om inlichtingen te geven als onder rechtsoverwegingen 2.12 en 2.20 vermeld en opdat kan worden onderzocht of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden;
roldatum van dinsdag 23 juli 2013, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
twee wekenvoor de verschijning zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de advocaat van [geïntimeerde] alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk
éénweek voor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen.