Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante] B.V.,
wonende te [woonplaats geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van het geschil in hoger beroep
Met bovengenoemde personen is besloten dat de heer [persoon 2], als tijdelijk directeur, de verantwoording overneemt.
[…]
Tevens is afgesproken dat, indien daar aanleiding voor is of de gezondheidstoestand van de heer [persoon 1] een goed functioneren niet meer mogelijk maakt, er eind 2003 een definitieve beslissing zal worden genomen over de toekomst van [naam bedrijf]."
’s-Hertogenbosch dat hij ten aanzien van beide hiervoor in rechtsoverweging 2.4 onder (i) en (ii) genoemde stellingen onvoldoende heeft gesteld en dat het hof mitsdien niet aan een bewijsopdracht ten aanzien van die stellingen toekwam. Het tegen deze beslissingen gerichte cassatiemiddel heeft doel getroffen. Daarin ziet het hof aanleiding om [geïntimeerde] alsnog tot bewijslevering van die stellingen toe te laten.
3.De beslissing
- i) het op 5 februari 2003 betaalde bedrag van € 50.000,- is betaald als borgstelling voor mogelijke aansprakelijkheden ontstaan in de periode dat [persoon 2] de directie over [naam bedrijf] zou gaan voeren en dat deze borgsom zou worden terug betaald zodra aan [persoon 2] ontslag met décharge voor het door hem gevoerde beleid zou worden verleend dan wel zodra de aandeelhouders van [naam bedrijf] en [persoon 2] of [appellante] overeenstemming zouden hebben bereikt over een partiële aandelenoverdracht aan [persoon 2] of een nader door hem te noemen vennootschap;
- ii) [persoon 2] (namens [appellante]) heeft toegezegd dat de lening van € 30.000,- een financiering betrof die een looptijd van minimaal twintig jaar zou hebben;
roldatum 7 mei 2013, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;