ECLI:NL:GHARL:2013:10461

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 december 2013
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
21-001209-12
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdenking van diefstal van steigermateriaal wegens onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht. De verdachte was eerder vrijgesproken van een tenlastelegging die betrekking had op de diefstal van steigermateriaal. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte behandeld na een zitting op 18 november 2013, waarbij de advocaat-generaal een taakstraf van 56 uren had geëist. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor het deel van de tenlastelegging waartegen geen hoger beroep openstond. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en heeft opnieuw recht gedaan. Het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de diefstal van het steigermateriaal. De verdachte is vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde feit, omdat er geen overtuigend bewijs was dat hij betrokken was bij de diefstal. Het hof heeft de beslissing genomen om de verdachte vrij te spreken van de beschuldiging, wat betekent dat hij niet strafbaar is voor het feit waarvoor hij was aangeklaagd.

Uitspraak

Afdeling strafrecht Parketnummer: 21-001209-12

Uitspraak d.d.: 2 december 2013
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht van 16 januari 2012 met parketnummer 16-172294-11 in de strafzaak tegen

[naam],

geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1981, wonende te [plaats], [adres].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 18 november 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudend dat de verdachte ter zake van het aan hem ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 56 (zesenvijftig) uren, subsidiair 28 (achtentwintig) dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.T.G. van Wanderen, naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De verdachte is in eerste aanleg ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde vrijgesproken. Daartegen staat geen hoger beroep open. Om die reden zal de verdachte ter zake van dat feit niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep, voor zover dat aan het oordeel van het hof is onderworpen, vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd, voor zover nog van belang, dat: 1:
hij op of omstreeks 27 november 2009 te Nieuwegein tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen steigermateriaal, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Uit het voorhanden materiaal is onvoldoende bewijs te putten dat het verdachte is geweest die ten tijde van de diefstal in de Opel Vivaro heeft gereden. Ander bewijs is er niet, hetgeen het hof leidt tot de hiervoor vermelde beslissing.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr P.A.H. Lemaire, voorzitter,
mr W. Foppen en mr M.L.H.E. Roessingh-Bakels, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr M. Kolkman, griffier,
en op 2 december 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken. mr W. Foppen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.