Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2. Het geding in hoger beroep
3.Feiten
3.Tarieven
24. Betalingen van de debiteur gedaan aan JURISTU Incasso of rechtstreeks aan de cliënt zijn in eerste instantie ter voldoening van de incasso, juridische bijstand en administratiekosten en komen direct toe aan JURISTU Incasso en zijn onmiddellijk opeisbaar. (…)
26. Nadat de volledige vordering is geincasseerd ontvangt de opdrachtgever een afrekening. Op de afrekening naar de opdrachtgever toe worden, van de door de debiteuren betaalde bedragen aan JURISTU Incasso en/of de cliënt, zowel de buitengerechtelijke kosten evenals de voorschotten in mindering gebracht van de hoofdsom en de daarbij behorende rente.
27. De door JURISTU Incasso betaalde voorschotten van welke aard dan ook zullen in rekening worden gebracht ook in geval dat een eventuele gerechtelijke procedure al dan niet op tegenspraak van debiteur wordt verloren.
28. Wordt het incasseren van een vordering op verzoek of na opdracht van cliënt gestaakt of adviseert JURISTU Incasso af te zien van verdere vervolging, vanwege later gebleken onvoorziene onzekerheden als gevolg van fouten aan de zijde van de cliënt, dan heeft JURISTU Incasso recht op vergoeding overeenkomstig de regeling vermeld onder artikel 29.
29. Aan de cliënt wordt het volgende in rekening gebracht:
“Ja. Helemaal goed!” (…) Prima! Dank u wel!”
“Ik ben heel blij! Opgelucht, dat we het toch voor elkaar hebben!!”
5.Beoordeling
grief 2komt Juristu op tegen de overweging van de kantonrechter dat ambtshalve moet worden beoordeeld of Juristu voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst voldoende informatie heeft verschaft, alsmede dat Juristu onvoldoende informatie heeft verschaft over de prijs van haar diensten, dat de overeenkomst niet zou kunnen worden aangevuld met een eigen beoordeling van de kantonrechter van wat een redelijke vergoeding voor haar diensten is en dat Juristu daarom helemaal geen vergoeding voor haar diensten toekomt. Ter toelichting op de grief verwijst Juristu wederom naar de tussen partijen getroffen schikking die maakt dat voor een ambtshalve beoordeling van de informatieverstrekking geen plaats meer is. Subsidiair, voor het geval het hof van oordeel mocht zijn dat tussen partijen geen regeling tegen finale kwijting is overeengekomen, geldt dat Juristu heeft voldaan aan de informatieplichten. Zij verwijst in dit verband naar hetgeen zij in de conclusie van antwoord onder de randnummers 30 t/m 56 heeft aangevoerd. Meer subsidiair, voor het geval het hof van oordeel mocht zijn dat Juristu niet heeft voldaan aan de informatieplichten, betoogt Juristu dat de door de kantonrechter genoemde Europese rechtspraak niet maakt dat de overeenkomst niet zou kunnen worden aangevuld met een eigen beoordeling van de kantonrechter van wat een redelijke vergoeding is voor de verleende diensten. Nu Juristu voor het voeren van een gerechtelijke procedure een zeer laag loon heeft gerekend, dient dit loon vastgesteld te worden op het bedrag van de eindafrekening zodat ook dan geen aanleiding bestaat de vordering van [geïntimeerde] toe te wijzen.
D.V. (Advocatenhonorarium)) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) zich bij prejudiciële beslissing uitgelaten over de vraag of een beding in een tussen een advocaat en een consument gesloten overeenkomst voor het verrichten van juridische diensten waarin, samengevat, de kosten uitsluitend worden vastgelegd op basis van het gehanteerde uurtarief, zonder verdere precisering, voldoet aan het vereiste dat bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd in de zin van artikel 4 lid 2 van de Richtlijn oneerlijke bedingen. Het HvJ EU oordeelde dat het enkel noemen van het uurtarief door een advocaat de gemiddelde, normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende consument niet in staat stelt om alle financiële consequenties in te schatten die voor hem uit het beding voortvloeien, namelijk het totale bedrag dat hij voor de diensten zal moeten betalen. De advocaat dient aan de consument voordat de overeenkomst wordt gesloten informatie te verstrekken die de consument in staat stelt zijn beslissing met de nodige voorzichtigheid te nemen. Die informatie, die kan variëren naargelang het voorwerp en de aard van de juridische diensten, moet aanwijzingen bevatten die de consument in staat stellen de totale kosten bij benadering te ramen. Hierbij kan gedacht worden aan een raming van het minimaal aantal uren of een verbintenis om met redelijke tussenpozen tussentijdse facturen of verslagen te bezorgen waarin het reeds genoemde aantal gepresteerde werkuren wordt vermeld. Het HvJEU heeft verder overwogen dat het enkele feit dat het kostenbeding niet transparant is, niet betekent dat het als oneerlijk moet worden beschouwd.
Incassobureau Juristu incasseert uw geld binnen 10 dagen dankzij onze unieke 10 dagen aanpak. Dit betekent:
“Ik heb geen zin om geld te moeten betalen omdat hij (ex-echtgenoot
, hof) mij aan alle kanten dwars zit en de beslissing van de rechtbank aan zijn laars lapt.”. Juristu heeft bij e-mail van dezelfde dag daarop slechts geantwoord
“De beschikking is duidelijk. Wel hebben wij van u opdracht nog via het formulier. Tevens moeten wij van u het exacte bedrag krijgen, hoeveel wij bij hem moeten vorderen.
Incassobureau Juristu werkt op basis van no cure, no pay. Dit betekent dat als wij niets voor u kunnen incasseren, u ook niets betaalt. De zogenoemde wettelijke incassokosten moeten door de debiteur worden betaald. Hierdoor kunt u een incassoprocedure met meer zekerheid starten omdat u niet voor hoge kosten komt te staan als er niets geïncasseerd is.” Een definitie van de term ‘incassoprocedure’ ontbreekt echter, waardoor niet duidelijk is of die term ziet op het minnelijk traject of (ook) op een gerechtelijk traject.
vanwege later gebleken onvoorziene onzekerheden als gevolg van fouten aan de zijde van de cliënt”. Zonder toelichting, die ontbreekt, valt hieruit voor de consument niet op te maken hoe Juristu dat bedoelt.
D.V. (Advocatenhonorarium)had [geïntimeerde] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst in ieder geval informatie moeten verstrekken met daarin aanwijzingen om de mogelijke totale kosten bij benadering te ramen. Die informatie heeft Juristu niet gegeven, zoals volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen. De kostenbedingen voldoen dus niet aan het transparantievereiste.
eisen van de goede trouwkan door de handelaar worden voldaan door op eerlijke en billijke wijze te onderhandelen. Het komt aan op de vraag of de handelaar er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat, als hij op eerlijke en billijke wijze zou hebben onderhandeld, de consument het beding zou hebben aanvaard (zie ook punt 45 in het arrest HvJEU van 20 april 2023 (ECLI:EU:C:2023:311, Ocidental)). Om te kunnen beoordelen of sprake is van een
aanzienlijke verstoring van het evenwichtmoet worden geanalyseerd hoe een contractueel beding van invloed is op de rechten en verplichtingen van partijen. Het beding moet worden beoordeeld in het licht van eventuele relevante wettelijke bepalingen, en bekeken moet worden of het een aantasting inhoudt van de rechtspositie van de consument op basis van nationaalrechtelijke bepalingen.
grief 3waarmee Juristu opkomt tegen de door de kantonrechter uitgesproken proceskostenveroordeling, faalt.