ECLI:NL:GHAMS:2025:91
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing en zorgregeling voor minderjarigen in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 januari 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarige kinderen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De kinderen zijn sinds 28 april 2022 onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio [plaats B] (hierna: de GI) en zijn uit huis geplaatst in een gezinshuis. De moeder van de kinderen, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank, is het niet eens met de verlenging van de machtiging en de wijziging van de zorgregeling. De rechtbank had eerder de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 28 april 2025 en de omgang tussen de kinderen en de moeder opgeschort. Het hof heeft de visie van de GI onderschreven, die stelt dat de kinderen niet meer bij de ouders kunnen opgroeien. Het hof heeft geoordeeld dat de gronden voor de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de onveilige thuissituatie en de zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder. De moeder heeft onvoldoende aangetoond dat zij in staat is om voor de kinderen te zorgen. Het hof heeft ook het verzoek van de moeder om een deskundigenonderzoek afgewezen, omdat dit niet in het belang van de kinderen zou zijn. De GI blijft verantwoordelijk voor de regie over de omgang tussen de kinderen en de ouders, en het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd.