Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN,
[appellant 1] ,
[appellant 2] ,
[appellant 3] ,
[geïntimeerden] HOLDING B.V.,
[geïntimeerde 2] ,
[geïntimeerde 3],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende een verzoek tot schorsing van de procedure en ontslag van instantie ex artikel 27 lid 2 van de Faillissementswet (Fw). De Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft in hoger beroep een verzoek ingediend tegen [geïntimeerden] Holding B.V., die op 7 augustus 2024 failliet is verklaard. De curator heeft aangegeven de procedure niet over te nemen, wat aanleiding gaf tot het verzoek van AFM om ontslag van instantie. De rechtbank Amsterdam had eerder op 11 april 2024 een verzoek van [geïntimeerden] c.s. tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor afgewezen, waarna [geïntimeerden] c.s. in hoger beroep ging. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerden] Holding niet heeft gereageerd op de verzoeken van AFM en dat de curator de procedure niet zal voortzetten. Hierdoor heeft het hof het verzoek tot ontslag van instantie toegewezen. Tevens is [geïntimeerden] Holding veroordeeld in de proceskosten van de procedure, vastgesteld op € 1.214,00. Het hof heeft het aanvullende verzoek van AFM om [geïntimeerde 3] en [geïntimeerde 2] te veroordelen in de proceskosten afgewezen, omdat de intrekking van de Procedure door hen geen extra kosten voor AFM heeft veroorzaakt.