ECLI:NL:GHAMS:2025:568

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 maart 2025
Publicatiedatum
5 maart 2025
Zaaknummer
200.326.970/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk: Betaling van factuur voor overeengekomen meerwerk door opdrachtgever

In deze zaak heeft TVO1 Groep B.V. in hoger beroep beroep aangetekend tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin de vorderingen van de geïntimeerde, een aannemer, zijn toegewezen. De aannemer had werkzaamheden verricht voor TVO1 Groep en een factuur voor overeengekomen meerwerk van € 2.250,00 ingediend. TVO1 Groep weigerde echter te betalen, omdat zij vond dat de omschrijving op de factuur moest worden aangepast. Het hof oordeelt dat TVO1 Groep niet in haar verweer kan worden gevolgd. De aannemer had de werkzaamheden naar behoren uitgevoerd en TVO1 Groep had akkoord gegeven op de meerprijs. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt TVO1 Groep tot betaling van de factuur, inclusief bijkomende kosten. Het hof stelt ook de proceskosten in hoger beroep vast en verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.326.970/01
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : 10236692 \ CV EXPL 22-7201
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 4 maart 2025
in de zaak van
TVO1 GROEP B.V.,
gevestigd te Nieuw-Vennep,
appellante,
advocaat: mr. Th.C. Visser te Rotterdam,
tegen
[geïntimeerde],
gevestigd te [plaats 1] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. H.C. Koetzier te Heemskerk.
Partijen worden hierna TVO1 Groep en [geïntimeerde] genoemd.

1.De zaak in het kort

[geïntimeerde] heeft in opdracht van TVO1 Groep werkzaamheden verricht. Na oplevering van het werk heeft TVO1 Groep een factuur, die betrekking heeft op overeengekomen meerwerk, onbetaald gelaten. TVO1 Groep heeft zich op het standpunt gesteld dat [geïntimeerde] eerst de op de factuur gegeven omschrijving moet aanpassen, voordat zij betaling daarvan kan vorderen. Het hof volgt TVO1 Groep niet in dat verweer. TVO1 Groep wordt, ook in hoger beroep, veroordeeld tot betaling van de factuur en de bijkomende kosten.

2.Het geding in hoger beroep

TVO1 Groep is bij dagvaarding van 4 mei 2023 in hoger beroep gekomen van een vonnis van 8 maart 2023 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter), onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiseres en TVO1 Groep als gedaagde (verder: het bestreden vonnis).
Bij tussenarrest van 30 mei 2023 heeft het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen gelast. Deze heeft geen doorgang gevonden.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met een productie;
- memorie van antwoord, met producties.
Partijen hebben het hof verzocht om de vervolgens op 23 januari 2025 geplande mondelinge behandeling geen doorgang te laten vinden en zij hebben het hof om arrest gevraagd.
TVO1 Groep heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - de vorderingen van [geïntimeerde] alsnog zal afwijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van TVO1 Groep in de kosten van het geding in hoger beroep.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

3.Feiten

De feiten zijn de volgende.
3.1.
[geïntimeerde] heeft in opdracht van TVO1 Groep stalen dakplaten, nieuwe gevelplaten, isolatie en dakbedekking aangebracht op een supermarkt in [plaats 2] .
3.2.
Op 11 juni 2021 heeft [geïntimeerde] per e-mail aan TVO1 Groep kosten van meerwerk geoffreerd. Deze e-mail houdt in, voor zover van belang:
Nav. ons gesprek afgelopen week op kantoor hebben wij het detail tpv. de schuine golfplaten besproken.
(…)
Hierbij de extra werkzaamheden en meerprijs tov. de opdracht:
Het volgende is gerekend (zie calculatiedetail 10 nieuw):
- Een goot met een breedte van 800 mm
- Een strook zelfklevende EPDM breedte 1.000 mm, totaal 25 meter
- Een strook zelfklevende EPDM breedte 500 mm
Totaal benodigd:
- 40 m2 Resitrix SK
- 3 blikken FG 35 van 4,5 kg
- 2 mandagen
Nu toe te passen:
- Een goot met een breedte van 2.440 mm
- Een opstand met een hoogte van 700 mm
Totaal benodigd:
- l00 m2 Resitrix SK
- 6 blikken FG 35 van 4,5 kg
- 4 mandagen
Meerprijs € 2.250,- excl. BTW
Betaling l00% bij opdracht binnen 14 dagen na factuurdatum.
3.3.
Op 18 juni 2021 heeft TVO1 Groep hier akkoord op gegeven.
3.4.
Op 22 juni 2021 heeft [geïntimeerde] het overeengekomen bedrag van € 2.250,00 voor het meerwerk in rekening gebracht bij TVO1 Groep. De factuur vermeldt de navolgende omschrijving van het meerwerk:
Extra materiaal detail tpv de schuine golfplaten
3.5.
TVO1 Groep heeft op 1 juli 2021 een e-mail aan [geïntimeerde] verzonden. Deze e-mail houdt in, voor zover van belang:
Graag de omschrijving van de factuur aanpassen i.v.m. garantie. (…)
3.6.
Een e-mail van [geïntimeerde] aan TVO1 Groep van 2 juli 2021 houdt in, voor zover van belang:
TVO heeft akkoord gegeven op de meerprijs, de accordering is zonder voorwaarden gegeven.
Elke partij was op de hoogte van het detail, elke partij weet dat de aansluiting niet goed is.
[geïntimeerde] is niet ingegaan op het verzoek van TVO1 om de omschrijving op de factuur te wijzigen.
3.7.
Op 8 juli 2021 heeft de oplevering van het totale werk plaatsgevonden.
3.8.
Ondanks dat [geïntimeerde] haar tot betaling heeft aangemaand, heeft TVO1 Groep de factuur onbetaald gelaten.

4.Eerste aanleg

4.1.
[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg gevorderd dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, TVO1 Groep veroordeelt tot betaling van in totaal € 2.650,98. Dit bedrag bestaat uit € 2.250,00 aan hoofdsom in verband met de onbetaald gelaten factuur, € 63,48 aan wettelijke handelsrente berekend tot 16 november 2022 en € 337,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 2.250,00 vanaf 16 november 2022 tot de dag der algehele voldoening. Daarnaast heeft [geïntimeerde] gevorderd dat TVO1 Groep wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten. [geïntimeerde] heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat partijen een overeenkomst tot aanneming van werk hebben gesloten. TVO1 Groep is akkoord gegaan met de kosten voor meerwerk, zodat zij de factuur die daarop betrekking heeft, heeft te voldoen. TVO1 Groep heeft de factuur, ondanks aanmaning, echter onbetaald gelaten, zodat zij ook buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente verschuldigd is.
4.2.
TVO1 Groep heeft in eerste aanleg geen verweer gevoerd.
4.3.
De kantonrechter heeft vervolgens in het bestreden vonnis de vorderingen van [geïntimeerde] geheel toegewezen.

5.Beoordeling

5.1.
TVO1 Groep heeft in hoger beroep vier grieven aangevoerd, die gezamenlijk kunnen worden behandeld. Volgens TVO1 Groep heeft de kantonrechter de vorderingen ten onrechte toegewezen. TVO1 Groep heeft steeds de factuur willen betalen, maar zij is daartoe niet overgegaan omdat [geïntimeerde] heeft geweigerd om de omschrijving op de factuur aan te passen. Wanneer de omschrijving niet wordt aangepast, loopt TVO1 Groep het risico dat de in het kader van het meerwerk verrichte werkzaamheden niet onder de garantie vallen. Onder deze omstandigheden is toewijzing van de vorderingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, aldus TVO1 Groep.
5.2.
Volgens [geïntimeerde] kunnen de grieven niet slagen en heeft de kantonrechter de vorderingen terecht toegewezen. [geïntimeerde] heeft de omschrijving op de factuur niet op de door TVO1 Groep gewenste wijze willen aanpassen, omdat zij garantie op dit onderdeel van het werk juist heeft uitgesloten. TVO1 Groep was daarvan volgens [geïntimeerde] op de hoogte.
5.3.
De grieven falen. Daartoe wordt het volgende overwogen. [geïntimeerde] heeft in opdracht van TVO1 Groep werkzaamheden verricht. Daarbij heeft TVO1 Groep akkoord gegeven op het door [geïntimeerde] geoffreerde meerwerk. De werkzaamheden zijn vervolgens verricht en het werk is in zijn geheel naar behoren opgeleverd. Dat dit anders zou zijn, is niet aangevoerd en blijkt ook niet uit het dossier. TVO1 Groep heeft op haar beurt voor de werkzaamheden en het overeengekomen meerwerk te betalen op de door partijen afgesproken wijze. Bij deze stand van zaken is het niet onredelijk dat [geïntimeerde] betaling van de factuur vordert, zonder gevolg te geven aan het verzoek van TVO1 Groep tot aanpassing van de daarop gegeven omschrijving. Partijen zijn er immers beide van op de hoogte op welke werkzaamheden de factuur betrekking heeft. Of aan deze werkzaamheden garantie is verbonden, over welke kwestie partijen kennelijk van mening verschillen, kan in het midden blijven. TVO1 Groep heeft niet uitgelegd waarom dit van betekenis zou zijn voor haar betalingsverplichting. TVO1 Groep heeft de factuur te betalen. Dit geldt ook voor de buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke handelsrente en de proceskosten in eerste aanleg, zoals toegewezen door de kantonrechter.
5.4.
TVO1 Groep heeft geen (voldoende concrete) stellingen aangeboden die, indien bewezen, kunnen leiden tot andere beslissingen. Haar bewijsaanbod wordt daarom gepasseerd.
5.5.
De slotsom luidt dat het hoger beroep niet slaagt en dat het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd. TVO1 Groep is in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten van deze instantie. Het hof stelt deze kosten als volgt vast:
- griffierecht € 783,00
- salaris advocaat
€ 858,00(tarief I, 1 punt)
Totaal € 1.641,00.

6.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis;
veroordeelt TVO1 Groep in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] vastgesteld op € 1.641,00;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. D. Kingma, E.K. Veldhuijzen van Zanten en I. de Greef en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2025.