Uitspraak
13-208063-21 tegen
1.Onderzoek van de zaak
12 december 2024 en 10 januari 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
2.Tenlastelegging
1 september 2018 te Amstelveen, gebruik makende van een technisch hulpmiddel, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [benadeelde] , aanwezig in een woning en/of tuin en/of tuinhuis behorende bij de woning en/of tuinhuis en/of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, [adres] , een of meerdere afbeeldingen heeft vervaardigd.
3.Vonnis waarvan beroep
4.Bewijsoverweging
5.Bewezenverklaring
6.Bewijsmiddelen
[benadeelde]:
Ik ben getrouwd met [naam 1] . Zijn vader heet [verdachte] , roepnaam [verdachte] . [verdachte] en zijn vrouw hebben een tuinhuisje op het tuincomplex van tuinvereniging [adres] . Ik ben de enige schoondochter van [verdachte] en stond in bikini in de tuin. Ik geeft u de mobiele telefoon van [verdachte] waarop een foto van mij in bikini staat waarvan ik niet wist dat hij die had genomen.
Op donderdag 2 september 2021 kreeg ik van een collega een e-mail met betrekking tot een zaak met BVH-nummer 2020186079. Ik zag dat er een verzoek van het parket van mevrouw [naam 2] uitstond. Zij was op zoek naar de foto van de aangeefster zoals aangegeven in de aangifte. Hierop belde ik met aangeefster. Ik vroeg haar of ze de foto of foto’s (nog) in bezit had en zo ja, of zij deze dan naar mij zou willen sturen. Op 9 september 2021 ontving in van aangeefster mails. De eerste mail bevatte twee foto’s en de volgende tekst:
“Bij deze stuur ik zoals afgesproken de foto’s die ik heb kunnen vinden die hij verzonden heeft”.
Foto 1:
Ik zag een Samsungtelefoon, die ogenschijnlijk in een hand werd vastgehouden. Ik zag dat de omgeving rondom de telefoon donker was. Ik zag dat de telefoon een afbeelding liet zien. Ik zag een vrouw op de afbeelding staan. Ik herkende deze vrouw als de aangeefster. Ik zag dat de vrouw kennelijk in een tuin stond. Ik zag dat het zonnig en droog was op de afbeelding. Ik zag dat de vrouw donkerblond haar had. Ik zag dat ze een zwarte zonnebril op haar haar had zitten. Ik zag dat de vrouw een zwart bikinibroekje en een witte bikini aanhad. Ik zag dat de rest van haar lichaam ontbloot was. Ik zag dat de vrouw een voorwerp in haar linkerhand hield. Ogenschijnlijk hield ze een telefoon in haar hand. Ik zag dat de vrouw haar ogen op het voorwerp gericht had. Ik zag dat de vrouw op een aantal meter afstand stond van de plek waar de afbeelding werd gemaakt.
Foto 2:
Ik zag dat foto 2 nagenoeg hetzelfde liet zien als foto 1. Wel zag ik op foto 2 gegevens staan, zoals datum en eigenschappen. Kennelijk betroffen deze gegevens de details van het moment van het nemen van de foto.
Mail 2 bevatte de volgende tekst:
“Op de bikini foto in de vorige email zie je links boven in de hoek een deel van een tafel. Daaraan kan je zien dat hij stiekem onder de tafel de foto maakt.”
Aangever: [benadeelde] .
In het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2020186079-13 voegde ik een aantal foto's toe. Ik sprak slachtoffer [benadeelde] telefonisch op 26 oktober 2021. Ik vroeg [benadeelde] op welke locatie de foto, waarop zij te zien is in bikini, genomen was. Ik hoorde haar het volgende zeggen: Mijn ex-schoonvader heeft een tuinhuis op zijn naam staan. Het adres van het tuinhuis is: [adres] . Dat tuinhuis staat op een park met meerdere tuinhuisjes. De paden zijn openbaar, dus voor iedereen toegankelijk, de tuinen zijn privé. Ik eiste de telefoon van mijn ex-schoonvader op. Daar vond ik de foto’s die ik eerder aan de politie heb afgegeven. Van deze foto’s maakte ik screenshots en foto’s met mijn eigen telefoon. De hand die je op de foto’s ziet, die de telefoon vasthoudt, is van mij.
Ik zag dat op een van de aangeleverde foto’s eigenschappen staan. Ik zag daarop de datum
5 augustus 2018 staan. Ik vroeg aan [benadeelde] wat dit voor datum was. Ik hoorde [benadeelde] zeggen dat dit de datum was waarop haar ex-schoonvader de foto had genomen.
de verdachte:
Ik heb een foto gegeven aan iemand van mijn schoondochter in bikini. Deze foto heb ik ooit genomen, we waren vaak op de volkstuin en met mooi weer heb ik deze foto gemaakt. Ik weet niet of zij wist dat ik deze foto heb gemaakt. Mijn schoondochter is [benadeelde] .
7.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
8.Strafbaarheid van de verdachte
9.Oplegging van straf
10.Beslag
11.Vordering van de benadeelde partij
13.BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: 1 STK GSM (Omschrijving: G5964221, Samsung).
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
[benadeelde] , ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
10 januari 2025.