ECLI:NL:GHAMS:2025:38
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en draagkracht in internationaal kader met Turkije
In deze zaak gaat het om de partneralimentatie die de man aan de vrouw moet betalen. De rechtbank Noord-Holland had eerder bepaald dat de man vanaf 27 februari 2023 € 1.310,- per maand aan partneralimentatie moest voldoen. De man is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld, terwijl de vrouw een incidenteel hoger beroep heeft ingediend om een hogere alimentatie te verzoeken. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 november 2024, waarbij de man via videoverbinding deelnam vanuit Turkije. Het hof heeft de zaak beoordeeld met inachtneming van de internationale context, aangezien beide partijen de Nederlandse en Turkse nationaliteit hebben. Het hof heeft vastgesteld dat de man kan worden ontvangen in zijn hoger beroep, omdat hij tijdig heeft gereageerd op de bestreden beschikking. De vrouw heeft haar behoeftigheid onderbouwd, terwijl de man verweer heeft gevoerd tegen de hoogte van de alimentatie. Het hof heeft de draagkracht van de man beoordeeld op basis van zijn WIA-uitkering en andere inkomsten, en heeft rekening gehouden met de lagere levensstandaard in Turkije. Uiteindelijk heeft het hof de partneralimentatie vastgesteld op € 276,90 per maand met ingang van 18 januari 2024, en € 1.221,- per maand met ingang van 19 april 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.