ECLI:NL:GHAMS:2025:370
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.M.P. Geelhoed
- A.W.T. Klappe
- N.C. Laatsch
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing rechtbank Noord-Holland inzake verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verzoekschrift dat was ingediend door de appellant, geboren in 1988, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.I. Takens. Het hoger beroep was ingesteld tegen een beschikking van de raadkamer van de rechtbank Noord-Holland van 23 april 2024, die betrekking had op de artikelen 529 en 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De appellant verzocht om een schadevergoeding voor kosten die ten laste van de gewezen verdachte waren gekomen, alsook voor kosten van rechtsbijstand in de procedure in eerste aanleg.
Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep tegen de beslissing ex artikel 529 Sv niet-ontvankelijk is, omdat tegen een dergelijke beslissing geen hoger beroep openstaat. Echter, het hof heeft het hoger beroep tegen de beslissing ex artikel 530 Sv tijdig geacht. Het hof heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor het toekennen van een schadevergoeding voor de kosten van rechtsbijstand in de onderhavige procedure, en heeft de appellant een vergoeding van € 340,00 toegekend. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het Gerechtshof Amsterdam, en is ondertekend door de oudste raadsheer, mr. A.W.T. Klappe, en de griffier, mr. P.M. Groenenberg. De beschikking is uitgesproken op de openbare zitting van 4 februari 2025.