ECLI:NL:GHAMS:2025:37
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Internationale alimentatiekwestie tussen vader en jongmeerderjarige met betrekking tot draagkracht en levensonderhoud
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de alimentatie die de vader aan zijn jongmeerderjarige kind moet betalen. De vader, woonachtig in Turkije, is in hoger beroep gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin de alimentatie was verhoogd van € 242,62 naar € 717,52 per maand. De vader betwistte zijn draagkracht en vroeg om afwijzing van het verzoek, terwijl de jongmeerderjarige een nog hogere alimentatie vroeg. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 november 2024, waarbij de vader via videoverbinding deelnam en de jongmeerderjarige werd vertegenwoordigd door zijn moeder.
De rechtbank had eerder bepaald dat de vader een bijdrage van € 717,52 per maand moest betalen, maar de vader stelde dat hij dit bedrag niet kon betalen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het de internationale context van de zaak in aanmerking nam, gezien de woonplaats van de vader in Turkije en de levensstandaard daar. Het hof heeft vastgesteld dat de vader voldoende draagkracht heeft om de alimentatie te betalen, rekening houdend met zijn netto-inkomsten en de lagere kosten van levensonderhoud in Turkije. Uiteindelijk heeft het hof de alimentatie vastgesteld op € 944,10 per maand, met ingang van 18 januari 2024, en de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd.