ECLI:NL:GHAMS:2025:324
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- A.M.P. Geelhoed
- N.R.A. Meerbeek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om schadevergoeding rechtsbijstand in strafzaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de appellant op 2 juli 2024 tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 18 juni 2024. De rechtbank had het verzoek van de appellant om schadevergoeding voor kosten van rechtsbijstand afgewezen, omdat er volgens de rechtbank geen gronden van billijkheid aanwezig waren. De rechtbank concludeerde dat de officier van justitie had besloten tot een beleidssepot vanwege onvoldoende nationaal belang, en dat dit niet betekende dat de appellant ten onrechte als verdachte was aangemerkt.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 21 januari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat de rechtbank de onschuldpresumptie had geschonden door impliciet te concluderen dat de appellant zich schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. Het hof benadrukte dat in een verzoekschriftprocedure als deze geen ruimte is voor een nader onderzoek naar de bewijsvraag.
Het hof heeft vastgesteld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor toekenning van een schadevergoeding voor de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak en de verzoekschriftprocedures. De totale schadevergoeding die aan de appellant is toegekend bedraagt € 5.125,87. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het Gerechtshof Amsterdam en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.