Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
Feiten
[nummer 1] en [nummer 2] , omvattende het recht op het uitsluitend gebruik van de woning op de tweede verdieping aan het adres [straat 1] [nummer 3] in [plaats 1] respectievelijk de berging
“
i. “gemeenschappelijke gedeelten”: die gedeelten van het gebouw en/of de grond die blijkens de akte niet bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;j. “gemeenschappelijke zaken”: alle zaken die bestemd zijn of worden om door alle eigenaars of een bepaalde groep van eigenaars gebuikte te worden voor zover niet vallende onder i (…)
Verder staat in artikel 17:
4.Eerste Aanleg
5.Hoger beroep
- uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van de [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep.
6.Beoordeling
rook- en ventilatiekanalen”. De [appellant] stelt dat de rookkanalen die hier bedoeld zijn andere zijn dan de rookgasafvoeren waarover het geschil bestaat: het begrip rookkanaal ziet op de gemetselde, collectieve schoorsteen, verticaal per strang om rookgassen via het dak af te voeren. Deze kanalen dienden oorspronkelijk voor de afvoer van gassen uit kolenkachels en later van gaskachels. Na vervanging van die kachels door CV-ketels dienen deze kanalen als collectieve schacht waar de individuele, gasdichte leidingen (de rookgasafvoeren) die verbonden zijn met de CV-ketels doorheen lopen. De rookkanalen zijn dus iets anders dan de rookgasafvoeren en de kantonrechter heeft volgens de [appellant] ten onrechte aangenomen dat het uitwisselbare begrippen zijn. De [appellant] wijst in dit verband op bijlage 1 bij de handreiking voor (onder meer [appellant] -besturen en -beheerders) “
De veiligheid van collectieve rookgasafvoeren in woongebouwen” van de Rijksoverheid. Daaruit blijkt het verschil tussen kanaal en leiding, en ook dat sprake is van een individuele rookgasafvoer als in gestapelde woningen elke woning een eigen rookgasafvoer naar het dak of gevel heeft.
pijp, buis enz. waardoor de rook naar de schoorsteen wordt gevoerd”. Maar ook de eerste betekenis die de site www.encyclo.nl, waarop de [appellant] zich in eerste aanleg heeft beroepen, weergeeft is
“afvoerpijp”. De rookgasafvoeren vallen zonder meer onder deze omschrijving: dat zijn immers pijpen of buizen waardoorheen de rook vanaf de CV-ketels wordt afgevoerd. Daarmee is de tekst duidelijk en valt niet in te zien dat de rookgasafvoeren iets anders zijn dan de rookkanalen. De verwijzing van de [appellant] naar de bijlage bij de handreiking van de Rijksoverheid kan haar niet baten, omdat (nog los van de vraag of dit een voldoende kenbare bron is) dit niet een bij het modelreglement behorend stuk is en de [appellant] ook niet heeft toegelicht dat die bijlage ziet op het begrip rookkanaal zoals opgenomen in het modelreglement. Ook de andere stukken waarnaar de [appellant] verwijst kunnen niet tot een ander oordeel leiden. De rechtszekerheid vergt dat voor de vaststelling van wat tot privé of gemeenschappelijk behoort, slechts mag worden gelet op gegevens die voor derden uit of aan de hand van de in de openbare registers ingeschreven splitsingsstukken kenbaar zijn [1] .
hek- en traliewerk” in lid 1 onder b:
“(voor zover geen privé tuinafscheiding)” en staan dergelijke beperkingen ook bij plafonds en wanden onder c: “
die zich niet bevinden in een privé gedeelte” en bijvoorbeeld de verschillende onder f genoemde installaties van gemeenschappelijke voorzieningen “
die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de eigenaar of gebruiker van – of niet uitsluitend dienstbaar zijn aan – één privé gedeelte”. Het ontbreken van een dergelijke beperking onder a bij “
rook- en ventilatiekanalen” wijst erop dat ook de rookgasafvoeren die dienen voor de afvoer van gassen uit de (privé) CV-ketels gemeenschappelijk zijn. Zo’n uitleg strijdt niet met artikel 17 lid 2 sub b splitsingsakte, dat bepaalt dat de installaties voor de zelfstandige verwarming en koeling van een privé gedeelte niet gemeenschappelijk zijn “
met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken voor de zelfstandige verwarming en koeling van een privé gedeelte”. Een consistente en objectieve uitleg, die niet leidt tot een innerlijk tegenstrijdige interpretatie van de hier bedoelde passages, brengt mee dat met deze installaties, leidingen, voorzieningen en overige werken niet ook rookkanalen worden bedoeld [2] . De [appellant] voert in dit verband nog aan dat artikel 17 lid 2 een lex specialis is ten opzichte van lid 1, en daarom voorrang heeft. Het hof verwerpt dat argument. Beide artikelleden gaan over wat wel en niet gemeenschappelijk is en noch de tekst noch de opbouw van artikel 17 wijst erop dat lid 2 een lex specialis is van lid 1. Uit het enkele feit dat er in lid 1 een opsomming wordt gegeven van gemeenschappelijke gedeelten en zaken en dat lid 2 bepaalt welke zaken daartoe niet behoren (en dus privé zijn) valt dat niet af te leiden. Evenmin volgt dit uit het feit dat er (volgens de [appellant] ) elders in het modelreglement wel een lex specialis is opgenomen. Tot slot is, anders dan de [appellant] stelt, ook geen sprake van strijd met de algemene definities van artikel 1, zoals hiervoor onder 3.2 opgenomen. Die definities verwijzen immers naar wat er in de splitsingsakte als privé of gemeenschappelijk worden bestemd. In dit geval is dat, door de verwijzing in de splitsingsakte, artikel 17 van het modelreglement.