Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Vorderingen benadeelde partijen.
zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. In HR 9 juli 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO7721 (Oudejaarsrellen) was die aantasting gelegen in de gevoelens van angst, onveiligheid en onzekerheid met betrekking tot het lijf en goed van de benadeelden die een aantal uren in hun woning in een zeer bedreigende situatie verkeerden, terwijl een reactie op hun verzoek om hulp en bijstand van de politie uitbleef. Van een aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, onder b, BW, is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht (HR15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376 (EBI).
- de aard en de ernst van de normschending;
- de in de strafmotivering beschreven omstandigheden waaronder zich dit handelen heeft afgespeeld;
- de aantasting van de lichamelijke integriteit van de benadeelde partijen;
- het lichamelijk letsel dat de benadeelde partijen bij het geweld hebben opgelopen;
- de schadevergoedingen die in soortgelijke gevallen door rechters worden toegekend.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 200,00 (tweehonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.