Uitspraak
1.[geïntimeerde] ,
[geïntimeerde],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft klager op 2 mei 2024 een beroepschrift ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam tegen een beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden, die op 3 april 2024 werd genomen. De kamer had de klacht van klager tegen de notaris gedeeltelijk gegrond verklaard, maar geen maatregel opgelegd. Tevens was de klacht tegen de oud-toegevoegd notaris ongegrond verklaard. Klager was veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 50,00. Op 26 november 2024 heeft klager echter per e-mail zijn hoger beroep ingetrokken. Het hof heeft vervolgens beoordeeld dat, nu klager het hoger beroep heeft ingetrokken, hij niet-ontvankelijk is in het beroep. De beslissing is op 7 januari 2025 openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.