ECLI:NL:GHAMS:2025:2986
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Terugbetaling van partneralimentatie door alimentatiegerechtigde wegens hogere inkomsten dan toegestaan in echtscheidingsconvenant
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 november 2025 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de terugbetaling van partneralimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, stelde dat de vrouw, verweerster in hoger beroep, meer inkomsten had ontvangen dan haar op grond van het echtscheidingsconvenant was toegestaan. Het hof handhaafde eerdere tussenbeschikkingen en oordeelde dat de vrouw substantieel meer dan acht uur per week had gewerkt, wat gevolgen had voor de alimentatieverplichting. De man voerde aan dat de vrouw bedrog had gepleegd door haar werkuren te verzwijgen en dat dit leidde tot onterecht ontvangen alimentatie. Het hof oordeelde dat de man onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat de vrouw hem had willen misleiden. De vrouw betwistte de terugbetalingsverplichting en voerde aan dat de alimentatie niet met terugwerkende kracht kon worden gewijzigd. Het hof concludeerde dat de vrouw wist dat de alimentatie was gebaseerd op een maximum van acht uur werk per week en dat zij bij overschrijding daarvan de gevolgen had moeten begrijpen. Uiteindelijk werd de vrouw verplicht om een bedrag van € 41.016,- terug te betalen aan de man, omdat zij meer had verdiend dan haar behoefte. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.