ECLI:NL:GHAMS:2025:298
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de kinderrechter die de ondertoezichtstelling had verlengd tot 21 juni 2025. De moeder verzocht om opheffing van de ondertoezichtstelling of, subsidiair, om een verkorting van de termijn. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio [plaats A] (de GI) en de vader steunden de verlenging van de ondertoezichtstelling. Het hof oordeelde dat de ondertoezichtstelling terecht was verlengd, omdat de ontwikkeling van [minderjarige] ernstig werd bedreigd. De ouders waren niet in staat om samen te werken en de hulpverlening was onvoldoende. Het hof concludeerde dat de noodzakelijke hulpverlening niet in een vrijwillig kader kon plaatsvinden en dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk bleef om de ontwikkelingsbedreiging af te wenden. De beslissing van de kinderrechter werd bekrachtigd en het verzoek van de moeder werd afgewezen.