In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 oktober 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in eerste aanleg door de politierechter in de rechtbank Amsterdam was veroordeeld. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 3 november 2022, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit. De advocaat-generaal heeft in de zitting van 20 oktober 2025 gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep wordt verklaard. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de griffier aanwezig was. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.