ECLI:NL:GHAMS:2025:2809
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijspraak in strafzaak met verduistering en poging tot diefstal met braak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 12 september 2023 was gewezen. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van een tenlastelegging in de zaak met parketnummer 15-085361-19. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld, maar het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak. Dit is in lijn met artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat tegen een vrijspraak geen hoger beroep openstaat.
Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 2 oktober 2025 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft verzocht om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis van de rechtbank, maar heeft een verbetering aangebracht in de tenlastelegging en de bewezenverklaring van feit 2, waarbij 'reisdocumenten' is verbeterd naar 'een kopie van reisdocumenten'.
De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de beslissing ter zake van de vrijspraak in de zaak met parketnummer 15-085361-19. Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van de aangebrachte verbetering.