Uitspraak
Onderzoek ter terechtzitting
Vonnis waarvan beroep
- dat het hof tot een verbeterde lezing komt van de bewezenverklaring van het onder 1 primair tenlastegelegde, zoals hierna opgenomen en toegelicht;
- dat het hof bewijsmiddel 1 van de rechtbank vervangt door het navolgende bewijsmiddel en bewijsmiddel 2 aanvult op de navolgende wijze.
“die [slachtoffer] bij de nek en/of de kraag van zijn jas heeft vastgepakt en”als gevolg van een kennelijke misslag door de rechtbank in de bewezenverklaring van feit 1 is opgenomen. Het hof beperkt zich tot een vaststelling van de juiste inhoud van de bewezenverklaring van de rechtbank, omdat het hof geen strafrechtelijk relevant ander oordeel heeft omtrent hetgeen bewezen is. Met die verbeterde lezing worden de aard en de ernst van het bewezenverklaarde in zijn geheel beschouwd niet aangetast en het leidt ook niet tot een andere kwalificatie. De verdachte is door deze verbeterde lezing van de bewezenverklaring niet geschaad in de verdediging.
Vervanging en aanpassing bewijsmiddelen voor de feiten 1 primair en 2:
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.