Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij, op of omstreeks 17 november 2020 te Amsterdam, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 173, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij, in of omstreeks de periode van 17 augustus 2020 tot en met 17 november 2020 te Amsterdam elektriciteit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
Vonnis waarvan beroep
Beoordeling van het verzoek om terugwijzing van de zaak
vgl. HR 7 mei 1996, ECLI:NL:HR: 1996:ZD0442).