ECLI:NL:GHAMS:2025:266

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 januari 2025
Publicatiedatum
31 januari 2025
Zaaknummer
23-000816-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep tegen vonnis politierechter

Op 17 januari 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 8 november 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1991, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar heeft op 16 januari 2025 een akte ingediend waarin zij aangeeft het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Gelet op de intrekking van het hoger beroep door de verdachte, heeft het hof geoordeeld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Dit leidt tot de conclusie dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het ingestelde hoger beroep, zoals bepaald in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op de openbare terechtzitting van 17 januari 2025, waarbij de griffier ook aanwezig was. Het hof heeft de verdachte dan ook niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-000816-24
Datum uitspraak: 17 januari 2025
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 8 november 2023 in de strafzaak onder parketnummer 15-058136-23 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 17 januari 2025.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 16 januari 2025 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven, zodat zij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Daarom zal zij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.H.G. Loyson, mr. P. Greve en mr. H. Sytema, in tegenwoordigheid van
mr. C. van der Laan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
17 januari 2025.