ECLI:NL:GHAMS:2025:2534
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.M.P. Geelhoed
- A.W.T. Klappe
- J.B. Duinkerken
- Rechtspraak.nl
Toekenning schadevergoeding rechtsbijstand op grond van billijkheid in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 september 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verzoekschrift op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoeker, geboren in 1989, had een verzoek ingediend om vergoeding van kosten voor rechtsbijstand in verband met een strafzaak die was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek tijdig was ingediend en dat de advocaat-generaal het verzoek had afgewezen. Het hof heeft de relevante feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de onschuldpresumptie en de gronden van billijkheid. Het hof oordeelde dat de kosten van rechtsbijstand, die verband hielden met de strafzaak en het verzoekschrift, moesten worden vergoed. Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en een totale schadevergoeding van € 3.161,70 toegekend aan de verzoeker. De beschikking is ondertekend door de oudste raadsheer en griffier en is uitgesproken tijdens een openbare zitting.