Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Procedure bij de kantonrechter
4.Vordering in hoger beroep
5.Beoordeling
------------
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een kredietovereenkomst tussen LUFTHANSA AIRPLUS SERVICEKARTEN GMBH en een consument. De kantonrechter had eerder de kredietovereenkomst vernietigd omdat AirPlus niet voldeed aan de precontractuele informatieverplichtingen zoals vastgelegd in artikel 7:60 BW en artikel 4:34 lid 1 Wft. De kantonrechter oordeelde dat de consument het geleende bedrag moest terugbetalen, maar wees de vordering van AirPlus af omdat de betalingsverplichting niet kon worden vastgesteld. In hoger beroep heeft AirPlus haar eis verminderd en zich beperkt tot de vraag of de terugbetalingsverplichting van de consument alsnog kan worden vastgesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat het geleende bedrag van € 2.981,20 vaststaat, aangezien hiertegen geen verweer is gevoerd. Het hof heeft het bestreden vonnis vernietigd en de consument veroordeeld tot betaling van het geleende bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens zijn de proceskosten in hoger beroep vastgesteld en is de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.