ECLI:NL:GHAMS:2025:2343

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 augustus 2025
Publicatiedatum
8 september 2025
Zaaknummer
23-000361-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis in hoger beroep na overlijden verdachte; niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie

Op 21 augustus 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 13 februari 2024 was gewezen. De zaak betreft een strafvervolging tegen een verdachte die op 16 juni 2025 is overleden. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vervolging vanwege het overlijden van de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat, volgens een akte van overlijden van 23 juni 2025, de verdachte is overleden. In overeenstemming met artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht vervalt het recht tot strafvordering door de dood van de verdachte. Dit leidde het hof tot de conclusie dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de strafvervolging.

Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. Deze beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 augustus 2025.

Uitspraak

arrest
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000361-24
datum uitspraak: 21 augustus 2025
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) van 13 februari 2024 in de strafzaak onder parketnummer 15-206979-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1956,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 21 augustus 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kantonrechter.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Blijkens een akte van overlijden van 23 juni 2025 is de verdachte op 16 juni 2025 te Zandvoort overleden. Ingevolge artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht vervalt het recht tot strafvordering door de dood van de verdachte. Hieruit volgt dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de strafvervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart het openbaar ministerie ter zake van het tenlastegelegde niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.J. van Eekeren en mr. C.J. van der Wilt, en mr. I.M.A. Hinfelaar, in tegenwoordigheid van mr. I. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 augustus 2025.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.