Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
– uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [appellant] in de proceskosten in hoger beroep, met rente.
3.Feiten
7 februari 2022 gesommeerd binnen veertien dagen de ramen vast te zetten en ondoorzichtig te maken. [appellant] heeft daar geen gehoor aan gegeven.
4.Eerste aanleg
primair: [appellant] te veroordelen om de twee dakramen te verwijderen en het dak te herstellen in de oude staat;
subsidiair: [appellant] te veroordelen om de twee dakramen zodanig vast te doen zetten dat zij niet meer geopend kunnen worden en te doen voorzien van melkglas dan wel melkfolie;
5.Beoordeling
.12. Artikel 5:50 lid 1 BW bepaalt dat het niet geoorloofd is om binnen twee meter van de grenslijn van een naburig erf vensters of andere muuropeningen, dan wel balkons of soortgelijke werken te hebben voor zover deze op dit erf uitzicht geven, tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming heeft gegeven. Dit artikel strekt ertoe de mogelijkheid van uitzicht op naburige erven te beperken. Krachtens deze bepaling zijn vensters die zich binnen de genoemde afstand van twee meter bevinden alleen toegestaan als deze zijn vastgezet (en dus niet kunnen worden geopend) en ondoorzichtig zijn gemaakt.