Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
van [naam 4]kon zijn wegens de nalatenschap
van [naam 3], de vooroverleden echtgenote van [naam 4] . Ook is gesteld noch gebleken dat [eiser] toen kon beschikken over het testament van [naam 3] . Hierom kan [eiser] , na de mededeling van [gedaagde ] tijdens de uitvaart van [naam 4] , in redelijkheid niet worden verweten geen nader onderzoek te hebben gedaan naar het bestaan van de vordering van [gedaagde ] . Dat geldt temeer omdat [eiser] niet een professionele erfrechtelijke achtergrond heeft of anderszins noemenswaardige ervaring heeft.