Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De procedure in hoger beroep
2.Feiten
“(…) A.7. De ontgronding mag niet dieper worden uitgevoerd dan NAP – 11,0 m (ca. 20 m beneden het peil van de plas)A.8. De wijze van aanleg van de taluds dient te gebeuren met inachtneming van het bij de aanvraag overgelegde zuigplan. Er wordt gezogen in banen van hoogstens 25 meter breed en een laagdikte van 1,5 á 2 m dik. Het talud wordt aangelegd onder een helling van 1 : 5 of flauwer.A.9. Onverminderd het bepaalde in de voorwaarden A.6 tot en met A.8 dienen de taluds een zodanige stabiliteit te bezitten dat buiten de belopen, zoals vermeld in de voorschriften A.6 tot en met A.8, geen verzakking of erosie optreedt. Zo nodig moet door de vergunninghouder een boordvoorziening worden aangebracht zulks ter beoordeling (erosie, golfwerking en/of zwak ontwikkelde rietkraag) van de in voorschrift A.4 genoemde manager. De aard en de wijze van uitvoering behoeven de goedkeuring van deze manager. (…)”
“Ik heb het meegestuurde contract even nagelopen en heb de volgende opmerkingen:(…) – CAR verzekering op dit werk door [geïntimeerde] weglaten. Wij hebben een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering en verzekering op materieel. CAR verzekering is nvt.Klopt dit wel? Hoe gaan we dan om met eventuele schades die zouden kunnen ontstaan aan het terrein/omgeving vanwege het zuigwerk? Valt dit allemaal onder jullie bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering? Zo ja, dan heb ik er geen problemen mee om het weg te latenOnze bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering dekt schades zoals inkalven van oever tgv baggerwerk.- Bij vergunningen is aangegeven door [bedrijf 1] dat het ”het conformeren en werk conform de afgegeven vergunningen voor rekening en risico van [geïntimeerde] ”. Wij beschikken niet over de vergunning en kunnen hier mee niet akkoord gaan;De vergunning is wel degelijk gedeeld door [geïntimeerde] , er zal ook conform deze vergunning gewerkt moeten worden, voor de zekerheid laat ik deze nogmaals versturen door [geïntimeerde] .Graag zie ik die tegemoet. Eerder zijn profielen (plasberm) aangegeven door [geïntimeerde] waarin taluds staan aangegeven die niet maakbaar zijn met een winzuiger. Er is met [geïntimeerde] gecommuniceerd dat dit niet maakbaar is.(…) – De door [geïntimeerde] aangegeven voorwaarde ” [geïntimeerde] kan niet aansprakelijkheid worden gesteld aan eventuele schades tgv ontwerp en te maken dieptes welke [bedrijf 1] aangeeft” ontbreekt;Deze voorwaarde is niet akkoord, dit hebben we ook besproken tijdens ons gezamenlijk overleg in Beilen. Jullie dienen te werken conform de uitgangspunten zoals gesteld in de vergunning, mocht blijken dat dit toch niet het geval is en er ontstaan schade welke verwijtbaar zijn aan jullie, dan ligt de aansprakelijkheid hiervoor toch echt bij jullie.Uiteraard zijn wij verantwoordelijk dat er binnen profiel gezogen wordt behoudens de te maken plasbermen welke zoals hierboven aangegeven niet maakbaar zijn. Echter mocht er schade ontstaan en wij zijn binnen het profiel gebleven met zuigen kunnen wij niet voor eventuele schades daaruit voortvloeiend verantwoordelijk worden gehouden.”[onderstreping toevoeging hof]
“Werkzaamheden en uitgangspunten:- Hoeveelheden worden bepaald d.m.v. in- en uitmeting in het depot. Metingen te verrichten in bijzijn van onze uitvoerder; (…)- Maximale zuigdiepte ca. 23 m t.o.v. waterspiegel in de ”oude” put;- Maximale zuigdiepte van ca. 20 m t.o.v. waterspiegel in de ”nieuwe”put;- Gegevens zijn gebaseerd op uitgevoerde peiling dd. 18-5-2018; (…)- CAR verzekering op dit werk door [geïntimeerde] te verzorgen;- Vergunningen en toestemmingen in ruimste zin van het woord door en voor rekening van opdrachtgever, het conformeren en werken conform de afgegeven gunningen is voor rekening en risico van [geïntimeerde] ; (…).”
3.De procedure bij de rechtbank
4.De beoordeling
‘Wij zijn meeverzekerd op de CAR verzekering op dit werk’. Vervolgens hebben partijen onderhandeld over de totstandkoming van de overeenkomst. Zandexploitatie Drenthe heeft een conceptovereenkomst opgesteld. Met de e-mail van 21 december 2018 heeft Zandexploitatie Drenthe de conceptovereenkomst aan [geïntimeerde] toegezonden. In die overeenkomst heeft Zandexploitatie Drenthe onder meer de tekst opgenomen:
‘CAR verzekering op dit werk te door [geïntimeerde] te verzorgen’.In de hiervoor onder 2.3 genoemde e-mail van 7 januari 2019 heeft [geïntimeerde] om 10:46 uur aan Zandexploitatie Drenthe onder meer het volgende geschreven:
‘Ik heb het meegestuurde contract even nagelopen en heb de volgende opmerkingen: (…) - CAR verzekering op dit werk door [geïntimeerde] weglaten. Wij hebben een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering op materieel. CAR verzekering is nvt’.Vervolgens heeft Zandexploitatie Drenthe achter deze opmerking met de e-mail van 7 januari 2019 om 13:41 uur de volgende opmerking geplaatst:
‘Klopt dit wel? Hoe gaan we dan om met eventuele schades die zouden kunnen ontstaan aan het terrein/omgeving vanwege het zuigwerk? Valt dit allemaal onder jullie bedrijfsverzekering? Zo ja, dan heb ik er geen problemen mee om het weg te laten.’Daarop reageert [geïntimeerde] met de e-mail van 8 januari 2019 om 07:35 met een reactie daarachter:
‘Onze bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering dekt schades zoals inkalven van oevers tgv baggerwerk’. Op 15 januari 2019 heeft Zandexploitatie Drenthe naar aanleiding van een overleg die middag onder meer aan [geïntimeerde] gemaild:
‘(…) Graag ontvangen we een kopie van de verzekeringspolis retour bij de opdrachtbevestiging.(…)’Vervolgens heeft [geïntimeerde] aan Zandexploitatie Drenthe op 8 februari 2019 het verzekeringscertificaat van haar aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven bij AON overgelegd. In de door Zandexploitatie Drenthe op 18 maart 2019 aan [geïntimeerde] verzonden – en door beide partijen getekende – ‘opdrachtbevestiging zandzuigen zandwinning Beilen’ staat:
‘CAR verzekering op dit werk door [geïntimeerde] te verzorgen’.De vermelding in de opdrachtbevestiging dat [geïntimeerde] op het werk een CAR verzekering dient te verzorgen berust naar het oordeel van het hof, gelet op de daaraan voorafgaande onderhandelingen tussen partijen, op een vergissing. Uit die enkele vermelding kan derhalve niet worden afgeleid dat op [geïntimeerde] de verplichting rustte een CAR verzekering voor het werk af te sluiten.
‘er geen problemen mee te hebben om het [de CAR verzekering, hof] weg te laten’als [geïntimeerde] zou zorgen voor de door haar genoemde bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering en zij
‘een kopie van de verzekeringspolis’bij de opdrachtbevestiging aan Zandexploitatie Drenthe zou doen toekomen. Dat laatste heeft [geïntimeerde] op 8 februari 2019 ook gedaan. Niet gesteld en niet gebleken is dat Zandexploitatie Drenthe daarop aan [geïntimeerde] heeft laten weten dat het aan haar door [geïntimeerde] toegezonden verzekeringscertificaat niet volstond. Uit deze gang van zaken volgt naar het oordeel van het hof dat bij [geïntimeerde] de redelijke verwachting is ontstaan, dat haar bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering zou volstaan en geen verplichting op haar rustte om een CAR verzekering af te sluiten.
‘een mogelijkheid van dekking’en ook staat hierin expliciet beschreven dat er mogelijk geen dekking wordt gegeven onder sectie I ‘het werk’, omdat er namelijk geen bouwwerk is gemaakt. Zandexploitatie Drenthe heeft onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat het om een te verzekeren werk in de zin van de CAR verzekering zou gaan, zodat ook om die reden het betoog van Zandexploitatie Drenthe niet opgaat. Grief 2 faalt.
Bij vergunningen is aangegeven door [bedrijf 1] dat het “het conformeren en werk conform de afgegeven vergunningen voor rekening en risico van [geïntimeerde] ”. Wij beschikken niet over de vergunning en kunnen hier mee niet akkoord gaan’.Daarop reageert Zandexploitatie Drenthe met de volgende tekst:
‘De vergunning is wel degelijk gedeeld door [geïntimeerde] , er zal ook conform deze vergunning gewerkt moeten worden, voor de zekerheid laat ik deze nogmaals versturen door [geïntimeerde] .’Waarop [geïntimeerde] heeft gereageerd:
‘Graag zie ik die tegemoet. (…)’Vervolgens hebben Zandexploitatie Drenthe en [geïntimeerde] een overeenkomst gesloten, waarin is vastgelegd dat [geïntimeerde] in opdracht van Zandexploitatie Drenthe zand gaat winnen. In de overeenkomst staat onder meer:
‘Vergunningen en toestemmingen in ruimste zin van het woord door en voor rekening van opdrachtgever, het conformeren en werken conform de afgegeven gunningen is voor rekening en risico van [geïntimeerde] ’.Daarnaast staat in de overeenkomst:
‘Maximale zuigdiepte ca 23 m t.o.v. waterspiegel in de “oude” put’. Ook heeft [geïntimeerde] een ontwerptekening ontvangen waarop staat geschreven
‘vergunde model’.
‘de afgegeven gunning’de overeenkomst moet worden verstaan. Mede in het licht van de eerdere e-mailcorrespondentie moet deze afspraak zo worden uitgelegd dat de tekst
‘de afgegeven gunningen’verwijst naar de vergunning. Zandexploitatie Drenthe is helder in de eerdere e-mailcorrespondentie: er zal conform deze vergunning gewerkt moeten worden. Er zijn geen omstandigheden gesteld of gebleken waaruit volgt dat partijen later zijn overeengekomen dat niet conform de vergunning gewerkt hoefde worden. In het licht van die eerdere correspondentie mocht [geïntimeerde] er dan ook niet zonder meer van uit gaan dat in de oude put niet dieper dan 23 meter ten opzichte van de waterspiegel mocht worden gezogen. Uit de ontwerptekening
‘vergunde model’die [geïntimeerde] van Zandexploitatie Drenthe heeft ontvangen, volgt immers dat de ontgronding niet dieper mag worden uitgevoerd dan 11 meter – NAP (zie ook voorschrift A.7 van de vergunning). Grief 3 faalt daarmee.
1) niet dieper dan 11 meter – NAP zand te zuigen (voorschrift A.7);
2) zand te zuigen in banen van maximaal 25 meter breed (voorschrift A.8);
3) zand te winnen in een laagdikte van 1,5 à 2 meter dik (voorschrift A.8).
“Methode zandwinning (zuigplan versus gebruikte zuiqmethode)
‘Uit de loggegevens van de zuigbuis en de uitgevoerde peilingen blijkt overduidelijk dat:
Op basis van de thans overgelegde logregistraties maken wij op dat [geïntimeerde] op circa 100 meter uit de oever binnen de grenzen van de vergunning 10,60 meter minus NAP, dus tot circa 20,60 meter3 onder het waterpeil zand heeft gezogen.[geïntimeerde] blijkt volgens deze logregistratie niet onder vergunde diepte van 11 meter minus NAP te hebben gewerkt. Uitgaande van het voorgeschreven talud 1:5 en de maximale vergunningsdiepte van 11 meter minus NAP zou dit voor de westoever geen probleem moeten zijn. (…)Blijkens de gepeilde diepten fluctueren de diepten sterk en had de bodem geulen met steile taluds. [geïntimeerde] diende daardoor om voldoende zand te kunnen zuigen de in de bodem aanwezige zandruggen weg te zuigen, hetgeen de vele vaarbewegingen zou kunnen verklaren.’4.26. Over de uitvoering van de door haar verrichte werkzaamheden rapporteert VWJ het volgende:
‘Uít de overgelegde informatie maken wij op dat op 18 juni 2019 tijdens het zandzuigen bresvorming is opgetreden welke op 19 juni 2019 bresvorming in de westelijke oever tot gevolg had (zie foto 3).
4.30. Het hof is voornemens de volgende vragen te stellen.
Voor zover de onder (iii) bedoelde werkzaamheden hebben bijgedragen aan het ontstaan van de oeverinscharing, betreft het dan werkzaamheden van [geïntimeerde] waarbij zij is afgeweken van de wijze waarop zij volgens de vergunning en/of het Zuigplan Drenthe moest werken? Kunt u uitleggen in welke zin [geïntimeerde] is afgeweken van de vergunning en/of het zuigplan? Bestond daartoe naar uw professionele opvatting aanleiding?