Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
6. [geïntimeerde 6],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
sealbags(ook wel:
Cash in Transit(CiT)). RCCS werkte samen met de Duitse bank Net-m-Privatbank 1891 AG (hierna: Privatbank).
sealbagsmet contant geld werden opgehaald bij de klanten, getransporteerd en geteld in een telcentrum van RCCS. In het telcentrum werden de gelden uit alle
sealbagsvermengd (hierna: CiT-gelden). Vervolgens werd het geld afgestort bij De Nederlandsche Bank N.V. (DNB), waarna de tegenwaarde werd bijgeschreven op een CiT-bankrekening van RCCS bij Privatbank (hierna: de CiT-rekening). Tussen de dag van het ophalen en het storten zat gewoonlijk 5 dagen.
onboardingmoest voltooid worden voordat Privatbank CiT-gelden naar deze klanten kon overmaken. In verband hiermee heeft RCCS van januari 2019 tot medio 2019 CiT-gelden laten bijschrijven op haar algemene bankrekening bij Rabobank. Hierdoor zijn twee geldstromen (enerzijds CiT-gelden en anderzijds gelden uit de eigen bedrijfsvoering van RCCS) door elkaar gaan lopen. Aangezien RCCS vanwege de overname en de daarmee gemoeide uitbreiding van haar CiT-activiteiten, veel moest investeren in het bedrijf, heeft RCCS in de eerste helft van 2019 aanzienlijk negatieve resultaten behaald. Door de vermengde geldstromen zijn deze tekorten de facto deels opgevangen met CiT-gelden. Het tekort in de uitbetaling van CiT-gelden is in die periode opgelopen tot € 12,8 miljoen.
sealbagsmet contante gelden die RCCS bij Hanos en Goos had opgehaald nog niet afgestort op de bankrekeningen van Hanos en Goos. De desbetreffende
sealbagszijn opgehaald in de periode van 18 februari 2022 tot en met 23 februari 2022.
sealbagsopgehaalde maar niet uitbetaalde contante gelden van € 299.404,34 en voor Goos een bedrag van € 42.443,70.
4.Eerste aanleg
primairtot betaling van een schadevergoeding aan Hanos van € 299.404,34 met rente,
primairtot betaling van een schadevergoeding aan Goos van € 42.443,70 met rente,
subsidiair, tot betaling van een schadevergoeding van per Goos-vennootschap gespecificeerde bedragen;
5.Beoordeling
sealbag. Artikel 3.1 van de overeenkomst bepaalt dat RCCS zorgdraagt voor het vervoeren van waarden binnen Nederland ter verwerking van de waarden in haar geldtelcentrale(s). Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van RCCS van toepassing. In artikel 1 sub i) van de algemene voorwaarden is ‘bijschrijving’ gedefinieerd als “
de betaling op de rekening van Opdrachtgever van de tegenwaarde van de Afgestorte eurobiljetten en van de vervoerde Waarden”. In artikel 1 sub d) is ‘Afgestorte eurobiljetten’ gedefinieerd als “
de door medewerkers van Opdrachtgever in de SmartSafe of Sealbag gedeponeerde eurobiljetten”, waarbij verder onder meer het volgende is bepaald:
de financiële instelling met wie RCCS een overeenkomst heeft gesloten om de betalingstransacties te verrichten”.
sealbagsbij Hanos c.s. opgehaalde bankbiljetten en munten na telling stort op een door RCCS aangehouden bankrekening bij een door RCCS aangewezen bank, waarna RCCS deze bank opdracht moet geven tot overboeking van het bijgeschreven bedrag naar een bankrekening van Hanos c.s. Anders dan Hanos c.s. betoogt, is de wijze waarop RCCS uitvoering heeft gegeven aan de overeenkomst, namelijk door de bij DNB afgestorte gelden te laten overmaken naar de door RCCS bij Privatbank aangehouden bankrekening – waarna RCCS Privatbank opdracht gaf de aan Hanos c.s. verschuldigde bedragen over te boeken op een bankrekening van Hanos c.s. – daarom niet in strijd met de overeenkomst. Hieraan doet niet af dat Privatbank van Hanos c.s. (en andere klanten van RCCS) verlangde dat zij een zogenoemd
onboardingproces doorliep. Nog daargelaten dat RCCS op deze eis van Privatbank geen invloed kon uitoefenen, heeft Hanos c.s. bovendien haar stelling dat een dergelijk proces alleen geldt voor klanten met een directe aanspraak op de bank, gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door RCCS, onvoldoende onderbouwd.