Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Aanvulling bewijsoverweging
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Gerechtshof Amsterdam
Op 22 mei 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 augustus 2021. De verdachte, geboren in 1995, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor aanranding en geweld tegen twee vrouwen. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, maar vernietigde de opgelegde gevangenisstraf van 1 maand. Na beoordeling van de bewijsmotivering, inclusief de herkenning door verbalisanten, concludeerde het hof dat er geen reden was om aan de herkenning van de verdachte te twijfelen. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 maand, maar de advocaat-generaal had 51 dagen geëist. Het hof weegt de ernst van de feiten en de omstandigheden mee in de strafmaat. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het knijpen van een vrouw en het slaan van een getuige. Het hof hield rekening met het strafblad van de verdachte, dat eerdere veroordelingen toonde. Omdat de verdachte niet in hoger beroep verscheen, kon het hof geen rekening houden met zijn huidige omstandigheden. Het hof concludeerde dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de gevangenisstraf met 1 week. Uiteindelijk werd de gevangenisstraf vastgesteld op 3 weken. Het hof deed uitspraak in een openbare zitting, waarbij de beslissing werd genomen door een meervoudige strafkamer.