Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
‘
Van de Algemeen Directeur-Bestuurder wordt verwacht dat zij zich richt naar de binnen de stichting en met de [bedrijf 3] overeengekomen geldende gebruikelijke normen (…)’
“Uit de gevoerde gesprekken, de ontvangen WhatsApp-berichten, e-mailberichten, video-opnamen en persoonlijke logboeken van (voormalig) medewerkers van Atria, werd bekend dat mevrouw [appellant] gedrag heeft vertoond dat buiten de grenzen ligt van wat als ‘normaal geaccepteerd’ gekwalificeerd kan worden. Nu uit het onderzoek 21 personen bekend werden die het gedrag van mevrouw [appellant] als intimiderend (…) hebben ervaren, kan worden gesteld dat er in casu sprake is geweest van grensoverschrijdend gedrag. (…)Van de 23 gesproken personen hebben 21 personen aangegeven intimiderend gedrag te hebben ervaren van mevrouw [appellant] en hebben 5 personen aangegeven seksueel intimiderend gedrag van mevrouw [appellant] te hebben ervaren. (…)Intimiderend gedrag door mevrouw [appellant]Het intimiderende gedrag van mevrouw [appellant] komt volgens vele gesprekspartners voort uit haar onberekenbare gedrag. Mevrouw [appellant] zou ogenschijnlijk uit het niets kwaad kunnen worden en dan gaan schreeuwen. Vanaf het moment dat mevrouw [appellant] als directeur/bestuurder is aangetreden, is er sprake geweest van een significant aantal medewerkers dat Atria heeft verlaten. Dit heeft volgens de gesprekspartners ertoe geleid dat zij een enorme werkdruk ervoeren. Gesprekspartners hebben diverse WhatsApp-berichten van mevrouw [appellant] als intimiderend ervaren. Tevens stuurde mevrouw [appellant] regelmatig in de avonden en weekenden WhatsApp-berichten aan medewerkers die door de medewerkers, na herhaaldelijk meldingen gedaan te hebben bij mevrouw [appellant] hier geen prijs op te stellen, als intimiderend zijn ervaren.De gesprekspartners deelden mee dat zij het intimiderend vonden dat zij in de coronaperiode, ondanks dat de overheid het verzoek had gedaan zoveel mogelijk thuis te werken, toch door mevrouw [appellant] verplicht werden om naar kantoor te komen voor een overleg. De gesprekspartners vonden het intimiderend, omdat er een verplicht karakter aan zat en de medewerkers bang waren besmet te raken en/of mogelijk andere te besmetten. (…)Een gesprekspartner heeft aangegeven dat zij onder grote druk van, en intimidatie door, mevrouw [appellant] de inloggegevens heeft afgestaan van een anoniem medewerkerstevredenheidsonderzoek, zodat mevrouw [appellant] inzage kreeg in dit onderzoek en waarmee afbreuk werd gedaan aan de anonimiteit van het onderzoek. (…)Ook is uit onderzoek gebleken dat mevrouw [appellant] en de heer [naam 4] , na een brief van de ondernemingsraad waarin zorgen werden geuit die leefden binnen Atria, in gesprek met de OR dusdanig zouden hebben gereageerd, dat de leden van de OR dat als beangstigend en intimiderend ervoeren. Kort hierop is het contract van een van de OR-leden niet verlengd.Mevrouw [appellant] zou daarover tegen het personeel verklaard hebben dat dit niet vanwege haar OR-rol was, maar omdat haar werkzaamheden niet meer nodig waren. Echter zouden andere medewerkers haar werkzaamheden aangeboden hebben gekregen waardoor haar functie niet overbodig leek. (…)(
Seksueel) grensoverschrijdend gedrag door mevrouw [appellant]Gesprekspartners voelden zich (seksueel) geïntimideerd door mevrouw [appellant] . Dit heeft onder meer te maken met de verplichte danssessies die zij heeft geïntroduceerd bij de ochtendpitch. 6 medewerkers vonden de danssessies intimiderend en/of seksueel grensoverschrijdend omdat het als een verplichting voelde en de borsten, bodembekkenspieren en seksualiteit ingezet moesten worden tijdens de dans.Gesprekspartners gaven aan dat mevrouw [appellant] regelmatig seksueel getinte opmerkingen uitte, zowel mondeling als via WhatsApp. Enkele uitspraken van mevrouw [appellant] , die door de gesprekspartners zijn genoemd zijn:* ‘Ze werd daar denk ik nat van’;* ‘Oh jee, de directeur maakt een seksgrapje, dat mag ik niet meer doen want mensen schrijven daarover in het MTO, vind jij het erg als ik af en toe een seksgrapje maak?’;* ‘mannen kunnen niet met hun vagina denken’;* ‘cross your fingers and spread your legs’;* ‘Je bent altijd met mij in mijn hart, en ergens anders ook, on the top of my clitoris.’;* ‘Natuurlijk MeToo, MeToo, sexuele intimidatie’;* ‘That’s just briljant, I had multiple orgasms! Mag ik dat zeggen, of is dat grensoverschrijdend?;* ‘de opgedroogde kutjes’;* ‘je met je kutje moet knijpen’.(…)Tevens werd uit het onderzoek bekend dat mevrouw [appellant] seksueel overschrijdend gedrag heeft vertoond bij diverse gelegenheden waarbij zij voor radio of televisie werd geïnterviewd. Zo zou mevrouw [appellant] volgens een gesprekspartner voor een externe geluidsman haar bovenlichaam hebben ontbloot tot op haar bh en gezegd dat hij de microfoon ‘daar’ maar moest ophangen. Bij een andere gelegenheid heeft mevrouw [appellant] haar rok zo hoog opgetrokken dat zij in haar string stond (hiervan zijn camerabeelden) en zou zij al dansend naar voren zijn gelopen. Tevens zou volgens een van de gesprekspartners bij een ander interview mevrouw [appellant] met haar rok opgetrokken naar het bureau van de secretaresse zijn gelopen en daar met de billen naar de secretaresse gekeerd gevraagd hebben een zender op te hangen. Mevrouw [appellant] zou zich in het bijzijn van een andere medewerker, zonder voorafgaande melding, zich tot haar ondergoed hebben uitgekleed en andere kleding hebben aangetrokken. (…).Ook heeft een medewerker verklaard ongevraagd een zoen te hebben gekregen van mevrouw [appellant] in haar nek. Uit de gesprekken werd ook bekend dat mevrouw [appellant] , tijdens een borrel, haar lichaam tegen een mannelijke medewerker zou hebben aangedrukt op een podium, terwijl ze in de microfoon riep,‘sexueel grensoverschrijdend gedrag, Metoo’. (…)Uit het onderzoek werd bekend dat mevrouw [appellant] niet integer handelde inzake de omgang en afhandeling van arbeidsrechtelijke zaken. Tevens werd bekend dat mevrouw [appellant] ook niet-professioneel gedrag vertoonde. (…)Uit het onderzoek werd bekend dat in de periode dat mevrouw [appellant] directeur/bestuurder is bij Atria, er een significant verloop in medewerkers was. In de periode van vrijdag 1 oktober 2019 tot eind december 2021 zijn 46 personen vertrokken bij Atria. Diverse gesprekspartners deelden mee dat op het moment dat zij tegen mevrouw [appellant] ingingen, mevrouw [appellant] dit aangreep om afscheid te nemen van deze medewerkers. Tevens gaven twee gesprekspartners aan dat zij werden gevraagd om een ontslagdossier op te bouwen voor andere medewerkers. Opgemerkt dient te worden dat veel arbeidscontracten werden beëindigd via een vaststellingsovereenkomst (VSO) met geheimhoudingsbepalingen, waarbij regelmatig de tussenkomst van een rechter noodzakelijk was. Hierdoor zijn er door Atria onnodig hoge kosten gemaakt voor onder andere afkoopregelingen en advocaatkosten.Uit de gesprekken werd bekend dat één zieke medewerker die haar ontslag had aangekondigd, door mevrouw [appellant] werd verplicht om verlofuren op te nemen. Nadat haar advocaat hierop bezwaar maakte werd deze verplichting teruggedraaid door mevrouw [appellant] en werden de verlofuren alsnog uitbetaald. (…)Uit de gesprekken werd onder meer bekend dat mevrouw [appellant] , in strijd met de geldende regels, zakelijke e-mailberichten naar haar privé e-mailadres dan wel een e-mailadres van een derde doorstuurde, of aan medewerkers verzocht e-mailberichten daar naartoe te sturen.Ook werd bekend dat mevrouw [appellant] op kosten van Atria lunchte op de dagen dat zij op kantoor was, zonder dat daar een geldig beleid voor was. Deze lunches liet zij meestal halen door een van haar medewerkers. (…) Het is binnen Atria gebruikelijk dat medewerkers zelf voor hun lunch zorgen. (…)Hoor en wederhoor mevrouw [appellant]Op maandag 10 oktober 2022 zijn schriftelijke vragen gesteld aan mevrouw [appellant] naar aanleiding van de onderzoeksbevindingen. Op donderdag 27 oktober 2022 ontvingen onze medewerkers van mevrouw [appellant] een reactie op de vragenlijst.Met betrekking tot het seksueel grensoverschrijdend en intimiderend gedrag verklaarde mevrouw [appellant] , in zijn algemeenheid, dat zij vrij spreekt over seks gerelateerde zaken en dat dat voortvloeit uit haar [afkomst] jeugd en achtergrond.Omtrent de uitspraken met een seksuele component verklaarde mevrouw [appellant] deze grotendeels niet te herkennen en een aantal wel. Uit de reactie van mevrouw [appellant] valt niet op te maken in welke uitspraken zij zich wel of niet herkent. (…)”
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
Ten onrechte arbeidsovereenkomst ontbonden?
Ernstige verwijtbaarheid Atria dan wel (c) ernstige verwijtbaarheid [appellant] ?
- Atria heeft haar onvoldoende ondersteund, toen zij volgens haar ten onrechte werd bekritiseerd;
- Atria heeft op een onjuiste manier onderzoek laten doen naar haar functioneren
- Ten onrechte is haar, bij herhaling en gedurende een lange periode, het verwijt gemaakt dat zij fraude had gepleegd met haar cv;
- Atria heeft onrechtmatig, en in strijd met de [bedrijf 1] , aan de ex-partner van [appellant] een uitdraai verstrekt van de Kamer van Koophandel met het geheime adres van [appellant] . Als gevolg hiervan heeft [appellant] op advies van de politie halsoverkop haar huis moeten verlaten en heeft maandenlang in een safe-house moeten verblijven.
- Ten onrechte heeft Atria haar beschuldigd van het manipuleren van een MTO onderzoek.
“Ik wijs u er graag op dat [appellant] met vlag en wimpel boven aan de lijst van de kandidaten kwam te staan. Zij was overigens een van de weinige mensen die heeft gesolliciteerd met deze academische achtergrond en ervaring. (…) Zij voldoet voor ons zeker aan bijgevoegd functieprofiel voor de functie van directeur van Atria dat in overleg met een afvaardiging van de medewerkers van Atria is vastgesteld. (…) En om een misverstand te voorkomen over de plek van haar promotie: zij heeft haar MA en een heel groot deel van haar PHD aan de Sorbonne gedaan, omdat haar promotor naar Lyon verhuisde heeft ze uiteindelijk haar proefschrift daar verdedigd. Zij heeft het zelf als volgt in haar cv opgenomen: PhD awarded in Gender & Film Studies, University of Sorbonne-Nouvelle Paris III and Lumieres Lyon II: ‘L’univers feminin et la drole de guerre des sexes dans le cinema arabe’, France 1994-1999. Kortom, wij hebben bij nader onderzoek geen feiten aangetroffen die leiden tot heroverweging van onze beslissing (…).”Diezelfde dag werd door [naam 8] ook aan de leden van de Raad van Advies een mail gestuurd met onder andere de volgende inhoud:
“Na een maandenlang proces van zorgvuldige selectie en vele gesprekken is gekozen voor [appellant] . Een uit medewerkers van Atria samengestelde klankbordgroep en de selectiecommissie waren unaniem in hun keuze. Het selectieproces bestond onder meer uit een uitgebreid referentieonderzoek waarbij met hoogleraren van verschillende universiteiten waar zij heeft gewerkt is gesproken. De uitkomsten steunden ten volle haar kandidatuur. (…).”
“Gisteren heb ik met [appellant] gesproken over een mogelijk misverstand rondom de bio van haar in het genoemde artikel in 2012. (…) Nogmaals, wij hebben als [bedrijf 3] volledig vertrouwen in de goede trouw van [appellant] over haar academische loopbaan en titel. Zij heeft ons heel transparant inzicht gegeven in haar cv en loopbaan. Daar had ik je al eerder over bericht. (…)”.Later die dag schrijft [naam 7] aan genoemde oud-directeur:
“Ik vind dat Atria en [appellant] het verdienen dat er een frisse start is waarbij ze steun krijgen uit de verschillende hoeken en generaties van de feministische beweging). (…)”
Merci, Goed dat het nu by [bedrijf 3] is”, waarna [naam 10] terugschreef: ‘
Gistermiddag heeft [naam 11] van [naam 3] al meteen ff gebeld. Zij schrok ook best wel van de scores”. Op 21 oktober 2021 stuurde [naam 10] nogmaals een mail aan [appellant] met als bijlage een powerpoint MTO okt 2021 als ook het rapport Enalyzer, zonder dat hierbij antwoorden op open vragen waren gevoegd. Op 31 oktober 2021 verstuurde [naam 12] , secretaris van de [bedrijf 3] , een mail aan het MT, als ook aan [appellant] , waarbij was gevoegd MTO Enalyzer report alsmede een MTO oplegger. Naar zeggen van Atria bevatte deze versie van het MTO antwoorden op open vragen. Op 3 december 2021 (12.37 uur) stuurde [appellant] een mail aan [naam 3] en [naam 11] , waarbij zij onder andere aangaf “
Om aantal documenten te beperken heb ik verschillende stukken dat van de managers en van [naam 13] (HR adviseur) tot 1 stuk verwerkt. Dus: terugblik – analyse MTO – verbeteracties.”en met als bijlage “
verbeterplan medewerkerstevredenheid”. Op 3 december 2021 (12.45 uur) stuurde [appellant] een mail aan [naam 12] (zoals genoemd: secretaris van de [bedrijf 3] ) met als bijlage het MTO (zonder antwoorden op de open vragen).
De [bedrijf 3] vindt het van belang dat zowel de integriteit van de bestuurder van Atria wat betreft het respecteren van arbeidsrechten van (ex)werknemers wordt onderzocht, als ook een feitelijke vaststelling wordt gemaakt van de oorzaak van deze meldingen in het kader van een veilige werkomgeving en of de meldingen feitelijk juist en valide zijn. Het onderzoek omvat in ieder geval de periode 2020 en 2021 tot en met maart 2022. Tevens zal een onderzoek worden gedaan naar het huidige werkklimaat. De [bedrijf 3] hecht er aan om zoveel als dat mogelijk is en voor zover dat ook passend is de DB te betrekken in het voorbereiden van het uit te laten voeren onderzoek.” Anders dan dit besluit heeft [Bedrijf] geen onderzoek verricht naar het huidige werkklimaat binnen Atria. In het rapport staat daarover vermeld: “
In overleg met mevrouw mr. Drs. [naam 2] , voorzitter as interim [bedrijf 3] werd overeengekomen dat onze medewerkers geen onderzoek uitvoeren naar het huidige werkklimaat binnen Atria.. Bij het aanstellen van de ad interim directeur/bestuurder is volgens opdrachtgever binnen Atria een veilig werkklimaat thans weer voldoende geborgd en wordt door de interim/bestuurder alle noodzakelijke en gevraagde maatregelen daartoe genomen.”.
Uit de gevoerde gesprekken, de ontvangen WhatsApp-berichten, e-mailberichten, video-opnamen en persoonlijke logboeken van (voormalig) medewerkers van Atria, werd bekend dat mevrouw [appellant] gedrag heeft vertoond dat buiten de grenzen ligt van wat als ‘normaal geaccepteerd’ gekwalificeerd kan worden. Nu uit het onderzoek 21 personen bekend werden die het gedrag van mevrouw [appellant] als intimiderend te hebben ervaren, kan worden gesteld dat er in casu sprake is geweest van grensoverschrijdend gedrag.” Voorts wordt (2.3) vastgesteld dat [appellant] niet integer handelde inzake de omgang en afhandeling van arbeidsrechtelijke zaken, als ook dat zij niet-professioneel gedrag vertoonde.
- i) [appellant] vertoont onberekenbaar gedrag; ze kan uit het niets kwaad worden en gaan schreeuwen
- ii) sinds haar komst heeft een significant aantal medewerkers Atria verlaten
- iii) de achterblijvers ervoeren daardoor een enorme werkdruk
- iv) medewerkers hebben WhatsApp-berichten van [appellant] als intimiderend ervaren
- v) [appellant] stuurde regelmatig WhatsApp-berichten in de avonden en weekenden, ook nadat medewerkers hadden gemeld daar geen prijs op te stellen, en het blijven sturen van die berichten hebben zij als intimiderend ervaren
- vi) medewerkers werden gedurende coronatijd verplicht naar kantoor te komen, hetgeen zij intimiderend vonden
- vii) er werden camera’s opgehangen, waarover niet duidelijk werd gecommuniceerd, hetgeen zij als intimiderend hebben ervaren
- viii) leden van de ondernemingsraad hebben een reactie van [appellant] (en [naam 4] ) als beangstigend en intimiderend ervaren
- ix) medewerkers voelden zich (seksueel) geïntimideerd, wat te maken had met de verplichte (althans als verplicht ervaren) danssessies die [appellant] had geïntroduceerd
- x) [appellant] heeft regelmatig seksueel getinte opmerkingen gemaakt
- xi) [appellant] had volgens een medewerker voor een externe geluidsman haar bovenlichaam ontbloot tot op haar bh; bij een andere gelegenheid heeft [appellant] haar rok zo hoog opgetrokken dat zij in haar string stond (hiervan zijn camerabeelden) en zou zij dansend naar voren zijn gelopen; tevens zou volgens een van de medewerkers bij een ander interview [appellant] met haar rok opgetrokken aan de secretaresse gevraagd hebben een zender op te hangen en tenslotte zou [appellant] zich in het bijzijn van een andere medewerker zonder voorafgaande melding tot haar ondergoed hebben uitgekleed.
- xii) [appellant] heeft een medewerker een keer ongevraagd een zoen in de nek gegeven en [appellant] zou tijdens een borrel haar lichaam tegen een mannelijke medewerker hebben aangedrukt op een podium terwijl zij in de microfoon riep ‘sexueel grensoverschrijdend gedrag, Metoo”.
- xiii) In de periode van 1 oktober 2019 tot eind december 2021 zijn 46 personen vertrokken bij Atria
- xiv) Als medewerkers tegen [appellant] ingingen greep [appellant] dat aan om afscheid van hen te nemen
- xv) Twee medewerkers werd gevraagd een ontslagdossier op te bouwen voor andere medewerkers
- xvi) Een zieke medewerker werd door [appellant] verplicht verlofuren op te nemen; na bezwaar door een advocaat van de medewerker werd dit teruggedraaid
- xvii) Van twee medewerkers die meededen aan een extern onderzoek werd door [appellant] en [naam 4] gevraagd hun antwoorden aan te passen, als gevolg waarvan deze medewerkers zich uit het onderzoek hebben teruggetrokken
- xviii) [appellant] en [naam 4] hebben uren verantwoord in allianties die niet daadwerkelijk gemaakt zijn.
- xix) [appellant] verstuurde in strijd met de geldende regels, zakelijke e-mailberichten naar haar privé e-mailadres dan wel een e-mailadres van een derde, of verzocht medewerkers dat te doen
- xx) [appellant] lunchte op kosten van Atria zonder dat daarvoor een geldig beleid was.
- xxi) [appellant] had naast haar kantoor een rustruimte voor zich zelf gecreëerd, met daarin een bed en een kast.
Bevindingen omtrent discriminerend gedrag’melding gemaakt van het niet respectvol bejegen van een genderneutraal persoon, als ook van een homoseksueel die door [appellant] belachelijk zou zijn gemaakt. [appellant] heeft laatstgenoemd voorval expliciet ontkend. Op de klacht dat [appellant] de inloggegevens van het MTO onderzoek ‘na grote druk en intimidatie’ van een HR-medewerkster zou hebben opgevraagd, wordt hierna onder 5.28 ingegaan.
mevrouw [naam 5] (…) nimmer het adres van [appellant] aan de heer [naam ex-partner] (heeft) meegedeeld”, terwijl uit het proces-verbaal van de politie houdende de verklaring van genoemde [naam 5] blijkt dat zij bedoeld uittreksel van de KvK houdende het adres van [appellant] wel aan genoemde ex-partner heeft doorgestuurd. Het doorgeven van dit adres heeft ook direct gevolgen gehad voor [appellant] , daar waar haar ex-partner een kort gedingprocedure tegen [appellant] is gestart, en in de dagvaarding daartoe schrijft: “
Inmiddels heeft de man via derden het adres gekregen”. [appellant] stelt dat dit betrekking heeft op de door [naam 5] doorgestuurde gegevens en Atria heeft dat niet gemotiveerd weersproken.