ECLI:NL:GHAMS:2025:151

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 januari 2025
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
23-000499-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak primair en veroordeling medeplegen verduistering van een gevonden telefoon

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1979, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor diefstal en verduistering. De tenlastelegging betrof het wegnemen van een iPhone 11, die toebehoorde aan de aangeefster, in de periode van 11 tot 12 februari 2022. De verdachte had de telefoon gevonden tijdens zijn werk als krantenbezorger en deze niet teruggegeven aan de eigenaar nadat zij weigerde een vindersloon te betalen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte de telefoon wederrechtelijk hebben toegeëigend, wat leidde tot een veroordeling voor medeplegen van verduistering. De verdachte werd vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstal, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat hij opzet had op de wederrechtelijke toe-eigening. De politierechter had eerder een geldboete van € 300,00 opgelegd, welke het hof in hoger beroep heeft bevestigd. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen, evenals de persoonlijke situatie van de verdachte, en heeft geoordeeld dat de opgelegde straf passend is.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000499-23
datum uitspraak: 21 januari 2025
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 2 februari 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-036240-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1979,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
7 januari 2025.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
primair
hij in of omstreeks de periode van 11 februari 2022 tot en met 12 februari 2022 te Amsterdam,
een telefoon (merk/type: iPhone 11), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [aangeefster] ,
in elk geval aan een ander toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair
hij op of omstreeks 12 februari 2022 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een telefoon (merk/type: Iphone 11), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en welk goed verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vrijspraak

Het hof is, met de verdediging en de advocaat-generaal, van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen aan de verdachte primair ten laste is gelegd, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 12 februari 2022 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een telefoon (merk: Iphone), toebehorende aan [aangeefster] , en welk goed verdachte en zijn mededader anders dan door misdrijf onder zich hadden, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Overwegingen

De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit en heeft daartoe – kort gezegd – aangevoerd dat de verdachte geen opzet had op de wederrechtelijke toe-eigening van de telefoon.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt daartoe als volgt. De verdachte heeft de telefoon van de aangeefster tijdens zijn werk als krantenbezorger gevonden op een portiektrap. Hij heeft de telefoon meegenomen en op kantoor aan zijn collega [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) gegeven. Op enig moment heeft de aangeefster naar haar telefoon gebeld. [medeverdachte] nam op en aangeefster vroeg of hij haar telefoon wilde teruggeven. [medeverdachte] wilde dat doen tegen een vergoeding van € 100,00.. Tijdens het telefoongesprek sprak [medeverdachte] tegen iemand anders in een Arabische taal. Aangeefster vond het bedrag te hoog en vroeg om een lager bedrag. Dat wilde [medeverdachte] niet doen. Aangeefster is vervolgens toch akkoord gegaan met het betalen van € 100,00 en daarop is een locatie voor de overdacht afgesproken. Vervolgens is [medeverdachte] tezamen met de verdachte naar de afgesproken locatie gegaan, alwaar de aangeefster en haar huisgenootjes waren. De verdachte liet aangeefster haar telefoon zien. De aangeefster is geld gaan pinnen en teruggelopen naar de beide mannen. De verdachte heeft de telefoon aan [medeverdachte] gegeven, die op zijn beurt de telefoon aan de aangeefster overhandigde. Toen de aangeefster aangaf dat zij geen geld wilde betalen, heeft [medeverdachte] de telefoon uit haar handen teruggepakt en weer aan de verdachte gegeven, die de telefoon vervolgens in zijn jaszak heeft gestoken. Daarop zijn [medeverdachte] en de verdachte weggelopen, waarbij de verdachte op enig moment is gaan rennen.
De uiterlijke verschijningsvorm van de beschreven gedragingen van de verdachte en zijn mededader, in het bijzonder het terugpakken van de telefoon door [medeverdachte] , het vervolgens door de verdachte in zijn jaszak steken van de telefoon en het weglopen dan wel rennen door de verdachte en zijn mededader, brengen het hof tot de conclusie de verdachte de telefoon zich wederrechtelijk heeft toegeëigend zonder dat hij daartoe gerechtigd was. Hij heeft dit samen met [medeverdachte] gedaan zodat medeplegen wordt bewezen verklaard. Het tot vrijspraak strekkende verweer wordt derhalve verworpen.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van verduistering.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 300,00 te vervangen door zes dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de politierechter is opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van verduistering van een telefoon die hij als vinder onder zich had. Door zo te handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van de aangeefster. Telefoons bevatten veel persoonlijke informatie en verlies van een telefoon zorgt doorgaans voor veel overlast voor de eigenaar. De verdachte en zijn mededader hebben kennelijk alleen oog gehad voor hun eigen belang door in ruil voor afgifte van de telefoon een hoog bedrag te eisen.
Mede gelet op de omstandigheid dat de verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten, acht het hof de in eerste aanleg opgelegde geldboete, die in hoger beroep opnieuw door de advocaat-generaal is gevorderd, passend en geboden. Het hof zal daarom, alles afwegende, dezelfde geldboete opleggen als de politierechter heeft opgelegd.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 47, 63 en 321 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. A.P.M. van Rijn en mr. B.E. Dijkers, in tegenwoordigheid van
mr. L.M. van Leeuwen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 januari 2025.