ECLI:NL:GHAMS:2025:1465

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
5 juni 2025
Zaaknummer
23-000558-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep in strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 4 maart 2024 was gewezen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het ingestelde hoger beroep. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat er geen schriftelijke grieven zijn ingediend door of namens de verdachte, en er ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht. De beslissing om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren is genomen op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting, waarbij de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam aanwezig was, inclusief de griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000558-24
datum uitspraak: 20 mei 2025
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 4 maart 2024 in de strafzaak onder parketnummer 15-072681-24 tegen
[verdachte],
volgens de in het dossier opgenomen gegevens geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1983,
adres: [adres] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 mei 2025.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van het door de verdachte ingestelde hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.T.C. de Vries, mr. W.S. Ludwig en mr. D.A.C. Koster, in tegenwoordigheid van mr. A. Ivanov, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 mei 2025.