ECLI:NL:GHAMS:2025:1360

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
23 mei 2025
Zaaknummer
23-000371-25
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van ordeverstoring in openbaar vervoer

Op 1 mei 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 4 februari 2025 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van ordeverstoring in het openbaar vervoer, specifiek door aan een trapleuning te hangen in een metrostation op 24 juni 2023. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van 100 euro, subsidiair 2 dagen jeugddetentie, met een proeftijd van één jaar. Tijdens de zitting heeft de verdachte echter met klem ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de tenlastegelegde gedragingen. Het hof heeft het proces-verbaal van de zaak bestudeerd en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de tenlastelegging te ondersteunen. Het hof oordeelde dat uit het proces-verbaal niet kan worden afgeleid dat het gedrag van de verdachte daadwerkelijk heeft geleid tot verstoring van de orde, rust of veiligheid. Daarom heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Tevens is de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000371-25
datum uitspraak: 1 mei 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 4 februari 2025 in de strafzaak onder parketnummer 96-302411-24 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2005,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 mei 2025.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 24 juni 2023 te Amsterdam, althans in Nederland, gebruikmakende van het openbaar vervoer en/of de daartoe behorende voorzieningen, te weten een trapleuning, zich toen zodanig heeft gedragen dat de orde en/of rust en/of veiligheid en/of de goede bedrijfsgang werd verstoord of kon worden verstoord door het veroorzaken van hinder, immers door aan de trapleuning te hangen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kantonrechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van 100 euro, subsidiair 2 dagen jeugddetentie, met een proeftijd van één jaar.

Vrijspraak

De verdachte heeft met klem ontkend dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan de tenlastegelegde gedragingen in het metrostation.
Naar het oordeel van het hof kan uit het (summiere) proces-verbaal niet worden opgemaakt of door het gedrag van de verdachte de situatie is ontstaan zoals in de tenlastelegging is omschreven, namelijk dat door het hangen aan de trapleuning de orde en/of rust en/of veiligheid en/of de goede bedrijfsgang werd verstoord of kon worden verstoord. Andere vormen van als mogelijk ordeverstorend aan te merken gedrag van de verdachte die in het proces-verbaal zijn vermeld, zijn niet in de tenlastelegging opgenomen.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 6 juli 2023 onder CJIB nummer [nummer] .
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.J. van der Wilt, mr. L.F. Roseval en mr. M.K. Durdu-Agema, in tegenwoordigheid van
mr. S.M. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
1 mei 2025.
Mr. M.K. Durdu-Agema is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.