ECLI:NL:GHAMS:2025:1360
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van ordeverstoring in openbaar vervoer
Op 1 mei 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 4 februari 2025 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van ordeverstoring in het openbaar vervoer, specifiek door aan een trapleuning te hangen in een metrostation op 24 juni 2023. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van 100 euro, subsidiair 2 dagen jeugddetentie, met een proeftijd van één jaar. Tijdens de zitting heeft de verdachte echter met klem ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de tenlastegelegde gedragingen. Het hof heeft het proces-verbaal van de zaak bestudeerd en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de tenlastelegging te ondersteunen. Het hof oordeelde dat uit het proces-verbaal niet kan worden afgeleid dat het gedrag van de verdachte daadwerkelijk heeft geleid tot verstoring van de orde, rust of veiligheid. Daarom heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Tevens is de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd.