Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
grief 1 in principaal appelheeft [appellant] ten aanzien van deze feitenweergave aangevoerd dat die te summier en onvolledig is. Deze grief faalt in zoverre, dat het de rechtbank vrij stond alleen die feiten te vermelden die dragend zijn voor de motivering van haar beslissing. Met de door [appellant] bij deze grief gestelde feiten en omstandigheden, voor zover relevant, zal het hof bij de verdere beoordeling overigens wel rekening houden. De juistheid van de door de rechtbank opgesomde feiten is op zichzelf niet in geschil. Die feiten neemt derhalve ook het hof tot uitgangspunt. Voor zover in hoger beroep nog van belang en waar nodig aangevuld met andere onweersproken feiten, zijn die feiten de volgende.
(…)
and [naam 10][ [naam 5] , hof]
?
about improvements from [geïntimeerde] it seems that there is a decrease in progress, quality, safety and others.It looks like you are not convinced about our issues and we are coming to a point we have to take serious measurements because [appellant] is very doubtful if you can meet the schedule etc.
Just as an example: if we ask you to apply a certain type of bolts, just do. If it is or out of scope is a discussion later on. (…)
7. De opdrachtgever is bevoegd de aannemer op te dragen het werk in onvoltooide staat te beëindigen.
(…)
10. De aannemer heeft alsdan recht op de aanneemsom, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten. Aanspraken van de aannemer en de opdrachtgever op hetgeen overigens ter zake van de overeenkomst verschuldigd is blijven onverlet.
1. Ingeval de aannemer de op hem rustende verplichtingen niet nakomt en de opdrachtgever hem deswege in gebreke stelt, zal de ingebrekestelling schriftelijk geschieden en zal de opdrachtgever de aannemer daarbij een redelijke termijn stellen om alsnog zijn verplichtingen na te komen. (…) Indien de aannemer nalatig blijft zijn verplichtingen na te komen, is de opdrachtgever gerechtigd het werk voor rekening van de aannemer te voltooien of te doen voltooien, onverminderd des opdrachtgevers recht op schadevergoeding.
(…)
4.Eerste aanleg
isometricszijn gewijzigd, hetgeen mogelijk tot meerwerk ten bedrage van € 143.520,00 heeft geleid. Na deze correctie komt het door [geïntimeerde] als gevolg van haar tekortkoming aan [appellant] verschuldigde bedrag uit op (€ 6.110.941,61 – € 143.520,00 =) € 5.967.421,61. Niet [appellant] maar [geïntimeerde] dient dus nog een betaling te doen in de nasleep van de aannemingsovereenkomst. [appellant] heeft verschuldigdheid van de gestelde resterende koopsom (het onder (ii) door [geïntimeerde] gevorderde) erkend, maar zich op verrekening van dit bedrag met haar tegenvordering beroepen.
5.De beoordeling
grief 2 in principaal appelonder verwijzing naar artikel 6:80 lid 1 aanhef en sub a respectievelijk sub c BW betoogd dat (i) op het moment van ontbinding nakoming zonder tekortkoming niet meer mogelijk was, omdat een tijdige oplevering, op 31 augustus 2019, conform de daaraan te stellen kwaliteitseisen niet meer kon lukken en dat (ii) bovendien [appellant] op het moment van ontbinding (en ook reeds eerder) goede gronden had te vrezen dat [geïntimeerde] in de nakoming zou tekortschieten en [geïntimeerde] niet voldeed aan talloze aanmaningen waaronder het e-mailbericht van 10 juli 2019 van [naam 11] . In dit e-mailbericht heeft [naam 11] onder verwijzing naar de gronden daarvoor de vrees uitgesproken dat [geïntimeerde] zou tekortschieten in haar verplichting het project overeenkomstig het werkschema en de daaraan te stellen kwaliteitseisen op te leveren. De reactie van [geïntimeerde] hierop gaf geen blijk ervan dat zij tijdig en conform de kwaliteitseisen zou opleveren, integendeel, zij dreigde met een opschorting van haar werkzaamheden.
nadatde prestatie opeisbaar is geworden. De bepaling regelt een andere categorie gevallen dan - en bestaat dus naast - artikel 6:80 BW, dat betrekking heeft op het ontstaan van rechten
voordatde prestatie opeisbaar is geworden. § 46 UAV 2012 heeft dezelfde strekking als artikel 6:82 BW, zodat ook deze bepaling een beroep op 6:80 BW onverlet laat.
progress listsvan 5 augustus 2019, zoals overgelegd door [geïntimeerde] met productie 35 in eerste aanleg, als vertrekpunt voor de vaststelling van de kwantitatieve stand van het werk ten tijde van het verlaten van de bouwplaats, tenzij uit de hierna te noemen
as built-isometricsiets anders zou blijken. Uit de NDT-rapporten betreffende het laswerk en de as built-isometrics kunnen het gemiddelde kwaliteitspercentage bij voortgezette werkzaamheden worden afgeleid en uit deze laatste stukken ook eventuele nog actuele gebreken van het door [geïntimeerde] geleverde werk. Naar het voorlopig inzicht van het hof dient de te benoemen deskundige aan de hand van deze stukken de vraagstelling te beantwoorden. Betreffende de omvang en kwaliteit van het werk zijn immers geen andere stukken in het geding gebracht en voor het indienen van nadere stukken is het inmiddels te laat. Blijkens de niet doorlopende nummering van de in de procedure gebrachte NDT-rapporten ontbreekt een aantal van deze rapporten, terwijl de deskundige een volledig overzicht van de laskwaliteit zal moeten hebben. Volgens [geïntimeerde] zien de ontbrekende rapporten echter op andere projecten. Zij zal bij akte in de gelegenheid worden gesteld deze stelling nader te adstrueren. Ook dient [geïntimeerde] alsnog de genoemde as built-isometrics in het geding te brengen. In deze tekeningen heeft [geïntimeerde] moeten vastleggen hoe de leiding uiteindelijk is gemaakt. Zij had deze as built-documentatie bij normaal verloop van het project na oplevering van het werk dienen te verstrekken aan [appellant] en zal daartoe alsnog in de gelegenheid worden gesteld. De door [geïntimeerde] gestelde vertraging door te late aanlevering van documenten door [appellant] vóór de ondertekening van de aannemingsovereenkomst dient in het deskundigenonderzoek niet in aanmerking te worden genomen, aangezien [geïntimeerde] wordt geacht die te hebben geaccepteerd bij het aangaan van de aannemingsovereenkomst op 16 november 2018.
Quality Assurance & Quality Control(QA/QC) en veiligheid.
grief 3 in principaal appelop het standpunt gesteld dat op grond van artikel 6:81 BW geen ingebrekestelling was vereist om [geïntimeerde] in verzuim te doen geraken. [geïntimeerde] heeft voortdurende verbintenissen geschonden waardoor zij onherstelbaar is tekortgeschoten, hetgeen ook de ontbinding rechtvaardigt. De in dit kader opgevoerde meest belangrijke schendingen betreffen, opnieuw, het gebrek aan kwaliteit, het gebrek aan doorlopend opgemaakte en op de site aanwezige QA/QC-documentatie en de veronachtzaming van de overeengekomen veiligheidsmaatregelen. [appellant] heeft hieraan toegevoegd het gebrek aan management en voldoende gekwalificeerd personeel. [appellant] heeft [geïntimeerde] overigens schriftelijk in gebreke gesteld zoals bepaald in § 46 lid 1 UAV 2012, zo heeft zij ten slotte betoogd met
grief 4 in principaal appel. [geïntimeerde] heeft gesteld, kort samengevat, haar verplichtingen uit hoofde van kwaliteit en veiligheid en de QA/QC-eisen voldoende te zijn nagekomen en niet in gebreke te zijn gesteld volgens de daarvoor geldende regels.
line checks, QC &
Inspection Test Plan(ITP), as built-documentatie,
Progress Reportsen
Fabrication Acceptance Tests(FAT-s). Met een line check wordt de mechanische voltooiing van een individuele pijpleiding vastgelegd in een rapport. [geïntimeerde] zou line checks hebben uitgevoerd, maar voor zover [appellant] bekend slechts in enkele gevallen. [geïntimeerde] heeft hierover in elk geval niet gerapporteerd. Dit punt stond in een
action listvoortdurend op ‘
ongoing’. Dit raakt ook de inhoud en geloofwaardigheid van de progress reports. Ook de QC & ITP-rapporten deugden niet of ontbraken in het geheel evenals de as built-documentatie. De progress reports (voortgangsrapporten) waren onjuist, niet accuraat en onvolledig. Zij dienden tweewekelijks te worden opgesteld, maar [geïntimeerde] heeft daaraan niet voldaan.
license to operatein het geding. De niet nagekomen veiligheidsverplichtingen zagen op (de naleving van) veiligheidsregels, het aanwijzen van een SHE-deskundige, het aanleveren van
Methods Statements, het opstellen van een
Safety Plan, het voorkomen van veiligheidsincidenten en het opstellen van
Job Safetyanalyses. In de nakoming van al deze verplichtingen werd doorlopend tekortgeschoten. Een Safety Plan is nooit opgesteld, op de bouwplaats was onvoldoende management aanwezig, er vonden te veel veiligheidsincidenten plaats en de installatie van
pipe supporten
secondary steelgebeurde niet zoals het hoort. [geïntimeerde] had op de bouwplaats evenmin voldoende gekwalificeerd personeel aanwezig om kwaliteit en veiligheid te kunnen waarborgen.