Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2] .,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
[naam 1]is geworden.
[naam 1]en de
[naam 1](‘de [naam 1] -overeenkomst’). In ruil voor de aan Sony Music NL verleende exploitatierechten ontving [appellant 2] (en dus later [appellant 2] ) een royaltyvergoeding over de opbrengsten van de exploitatie. In de [naam 1] -overeenkomst hebben partijen onder meer over de digitale verkoop (waaronder
streamsvia iTunes en Spotify) het volgende afgesproken:
(…)
Digital: net income received at source in every territory by SME[Sony Music NL, hof]
or its local affiliates or exclusive sub-licensees from digital retailers/distributors/licensees/and any other applicable 3rd party (…)”
[naam 1]uitgebracht. De
[naam 1]is in verschillende Europese landen een nummer 1 hit geworden en bereikte in het najaar van 2014 de nummer 1 positie in de Billboard Hot Dance/Electronic Songs hitlijst in de Verenigde Staten.
The parties hereby acknowledge that pursuant to the[ [naam 1] -overeenkomst, hof]
, Ultra (…) is SME’s local affiliate for the territory of the United States and Canada (…)”
(…) Licensor[ [appellant 2] , hof]
has confirmed to SME that it will exercise its right to audit the books of SME in June 2018, in accordance with the terms and provisions of the Agreement[de Album-overeenkomst, hof].”
statementsvan Sony Music NL voor de periode januari 2016 tot en met juni 2018. De eerste bevindingen daarvan zijn opgenomen in een rapport uit oktober 2019, waarin onder meer het volgende staat:
(…)
and us[ [appellant 2] , in de VSO aangeduid als ‘we’/’us’/our’/’ [appellant 2] ’, hof]
as with regard to the exploitation of the [appellant 2] catalogue (‘Catalogue’) (Schedule 1) as licensed by us to you based on several license agreements, namely: [naam 1] Agreement (01-11-2013), Ultra Agreement (13-05-2014) and Album Agreement (27-08-2014) and subject to a Termination Agreement between the Parties (14-06-2018), collectively (‘The Agreements’).
Subject to the exceptions mentioned in this Agreement, The [naam 1] Agreement, Ultra Agreement, Album agreement and Clause 4, 5 and 11 of the Termination Agreement are dissolved. (…)
With respect to the accounting of royalties the parties have agreed upon the following conditions: (…)
Subject to the provisions of Article 16 below, you and we hereby acknowledge that the execution of this Settlement Agreement and your continuous payment to us of the Post Term Income as well as the reversions of exploitation rights as granted and vested to us herein represents the full and final settlement of any and all claims we may now have, and have had against you in relation to the Dispute (save any and all claims we may have arising from our right of audit pursuant to clause 2 above and our rights to enforce the terms of this Settlement Agreement). (…)
Each party to this agreement (“Releasing Party”) (…) hereby releases and absolutely and forever discharges the other (…) from any and all claims, (…), causes of action of every kind of nature whatever whether now known or unknown suspected or unsuspected which the Releasing Party may now have or at any time heretofore ever had, owned or held, against the other party (…) in respect of or in relation to the Dispute (save, for the avoidance of any doubt any and all claims we may have arising from our right of audit pursuant to clause 2 above and claims to enforce the terms of this Settlement Agreement). (…)
) or dissolve (ontbinden
) this Settlement Agreement.
(…)
(…)
Direct confirmation from DSPs[Digital Service Providers, zoals iTunes en Spotify, hof]
had not arrived at the time of our report.
Sony did not provide some of the Source Files requested for audit. The only accessible files received for audit related to Spotify for the periods 2017 H1, 2017 H2 and 2018, H2 (provided by month). As sales for [naam 1] were predominantly at the start of the audit period, there is potentially a greater impact from underreporting in 2016 H2. These files were not provided.
Sony did not provide the agreements between Sony and Spotify, required to confirm the price per stream used in the provided source file was correct.
source filesaan te leveren. In diezelfde brief staat verder onder meer het volgende:
(…)
(…) In summary, we did not identify any under-reporting of royalties for the Scope Period and Scope Territories analyzed in the GT Spotify Analysis. (…)”
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
- i) Sony te veroordelen tot betaling aan [appellant 2] van (i) de bedragen die Sony rechtstreeks en door middel van haar “local affiliates” en “exclusive sublicensees” aan inkomsten heeft ontvangen uit de exploitatie van opnamen van [appellant 2] , verminderd met de reeds aan [appellant 2] gedane betalingen, en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
- ii) Sony te veroordelen tot betaling aan [appellant 2] van € 7,5 miljoen althans een zodanig bedrag als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren, ten titel van voorschot op het onder (i) bedoelde bedrag;
- iii) Sony te veroordelen om de onder (i) bedoelde betaling binnen twee maanden na betekening van het in deze te wijzen arrest, te motiveren door een gedetailleerde schriftelijke berekening, voorzien van een accountantscontrole en accountantsverklaring ter zake de juistheid van die berekening, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000 per dag of gedeelte van een dag dat Sony in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen;
- iv) Sony te veroordelen tot betaling aan [appellant 2] van € 59.644,97, althans een zodanig bedrag als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren, te vermeerderen met de wettelijke rente ex 6:119 Rv vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- v) subsidiair: Sony te veroordelen tot betaling van € 706.552,14 en € 322.903, althans een zodanig bedrag als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente (nakoming) althans de wettelijke rente (schadevergoeding) vanaf de uiterste contractuele afrekendatum waarop die bedragen hadden moeten worden betaald aan [appellant 2] , althans een zodanige datum welke het hof in goede justitie zal vermenen te behoren, althans vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
- vi) nog meer subsidiair: Sony te bevelen om binnen veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen arrest de auditor van [appellant 2] toegang te verschaffen tot de door die auditor benodigde bescheiden aangaande de wereldwijde exploitatie van de opnamen van [appellant 2] door Sony, te weten:
mogelijkzou zijn die aftrek achterwege te laten. Dat is ook in lijn met wat [appellanten] zelf stellen, te weten dat Sony daarvan steeds op de hoogte is geweest. Het hof tekent hierbij aan dat onder inkomsten ‘at source’ redelijkerwijs moet worden verstaan het netto bedrag dat bij Sony (of haar ‘local affiliates’ en/of ‘exclusive sublicensees’) binnenkomt met aftrek van eventuele kosten die derde-exploitanten daarop in mindering hebben gebracht. Ook kan uit de door [naam 3] in haar rapporten genoemde ‘limitations’ en nadien opgestelde lijst met ontbrekende gegevens niet worden geconcludeerd dat (Sony op voorhand wist dat) de voorgenomen audit geen kans van slagen had omdat Sony niet aan haar verplichting daaraan mee te werken zou kunnen voldoen. Voor zover voor de audit gegevens van derden nodig zijn, zoals de ‘
direct confirmation from DSPs’, zijn partijen in de VSO nu juist overeengekomen dat Sony niet aansprakelijk zou zijn als deze derden ondanks daartoe door Sony gedaan verzoek niet met de verlangde gegevens doorkomen (art. 2). De op vernietiging van de VSO gebaseerde vorderingen zijn, kortom, niet toewijsbaar.
take down datevan 28 september 2020 recht op het in art. 2 gedefinieerde
‘Post Term Income’. Daarnaast dient Sony, naar tussen partijen niet in geschil is een bedrag na te betalen voor achterstallige royalty’s indien daarvan uit de in de VSO voorziene audit blijkt. Partijen twisten, wat de verplichting tot nabetaling van achterstallige royalty’s betreft, over de vraag of Sony in voldoende mate heeft voldaan aan haar verplichting om mee te werken aan deze audit en of – en zo ja tot welk bedrag – sprake is van achterstallige royalty-betalingen. [naam 3] heeft op basis van de wel verkregen informatie in haar twee rapporten berekend dat Sony over de auditperiode inclusief wettelijke handelsrente € 137.197,- en USD 60.872 dient na te betalen. [appellanten] komen in deze procedure, onder meer op grond van extrapolatie over een langere periode, tot de gevorderde aanzienlijk hogere bedragen.
Post Term Income) over de periode na de take down date van 28 september 2020 uitstrekt, reeds omdat Sony vanaf die datum niet langer tot exploitatie bevoegd was en is. Het hof gaat daarom voor de eventuele uit de audit voortvloeiende nabetalingsplicht in ieder geval uit van een einddatum van ten laatste 28 september 2020.
distributionfee. Wel betwist Sony dat zij hierover wettelijke handelsrente verschuldigd is (zie hierna, 5.20).