Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij, op of omstreeks 8 december 2021 op een of meer plaats(en) in België en/of te Voorschoten, in elk geval op een of meer plaats(en) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 1992 kilogram cocaïne, althans een grote hoeveelheid cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij, op of omstreeks 8 en/of 9 december 2021 te Den Haag, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 5901,7 gram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Vonnis waarvan beroep
nietheeft kunnen zien omdat hij toen nog niet in de loods aanwezig was. Het is aannemelijk dat de verdachte de geopende doos niet heeft gezien en daarbij niet in de buurt is geweest, hetgeen ook door getuigen ter terechtzitting in hoger beroep is verklaard. Uit berichten van de medeverdachte volgt dat de andere personen in de loods niet van de inhoud van de dozen op de hoogte waren of mochten worden gebracht. Er zijn voorts geen berichten aangetroffen waaruit wetenschap omtrent de aanwezigheid van de cocaïne bij de verdachte volgt. Daarbij komt nog dat de betaling die hij zou ontvangen voor het uitpakken van de dozen niet hoog was, hetgeen niet voor de hand ligt als de verdachte ervan op de hoogte zou zijn dat de dozen een grote hoeveelheid cocaïne zouden bevatten.
Bewezenverklaring
hij, op 8 december 2021 te Voorschoten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, 1992 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne;
Bewijsmiddelen
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslag
- 2 STK Verdovende Middelen (goednummer 6129889);
- 1 STK Verdovende Middelen (goednummer 6129890);
- 1 STK Verdovende Middelen (goednummer 6129893);
- 55 STK Hasjiesj (goednummer 6129896);
- 4 STK Hasjiesj (goednummer 6129959).
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
52 (tweeënvijftig) maanden.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de rechthebbende van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: